Samenwerking tussen verloskundigen, verloskundig
actieve huisartsen, gynaecologen en
kinderartsen verbetert de kwaliteit van de
verloskundige zorg in Nederland. Ondanks
adviezen van beroepsorganisaties, zorgverzekeraars
en overheid kwamen deze
samenwerkingsverbanden de afgelopen jaren
moeizaam op gang. Begin 2007 is onderzocht
hoe de samenwerkingsverbanden functioneren.
Dit tegen de achtergrond van de vraag of de
huidige samenwerking voldoende basis biedt
voor landelijke invoering van perinatale audit
op regionaal niveau. Tevens is nagegaan
welke interventies het beste ingezet kunnen
worden om verloskundige samenwerking te
verbeteren. De uitkomsten waren verrassend.
Al sinds de eerste publicatie van de Kloostermanlijst[1] in
1958 trachten zorgverzekeraars en overheid de samenwerking
tussen verloskundigen, huisartsen en
gynaecologen te bevorderen, steeds met als doel de
verbetering van de kwaliteit van de verloskundige
zorg[2-12]. Eén van de manieren om deze samenwerking
vorm te geven is het Verloskundig Samenwerkingsverband
(VSV). Een VSV is een lokale vorm van overleg tussen
verloskundige zorgverleners uit verschillende disciplines,
vaak gecentreerd rondom een ziekenhuis. Doel van een
VSV is de organisatie van de verloskundige zorg op
regionaal of lokaal niveau nader uit te werken via
protocollen en afspraken over verantwoordelijkheden
van de verschillende zorgverleners. Deze samenwerkingsverbanden
kwamen de afgelopen 25 jaar moeizaam op
gang, ondanks adviezen van beroepsorganisaties, zorgverzekeraars
en overheid.
Een ander belangrijk instrument voor kwaliteitsverbetering
van de verloskundige zorg is de structurele bespreking en
toetsing van perinatale sterfte met álle betrokkenen in de
perinatale zorg[12]. Op dit moment bereidt het
Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM),
in opdracht van het Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport (VWS), de invoering van perinatale audit
voor. In haar voorstel sluit het RIVM zich aan bij eerdere
aanbevelingen van het College voor Zorgverzekeringen
(CVZ)[13] over de rol van VSV’s bij regionale perinatale
sterftebesprekingen[16]. Het was echter onbekend of
er al voldoende goed functionerende samenwerkingsverbanden
gerealiseerd zijn.
In dit artikel wordt een recent onderzoek naar de invoering
van VSV’s en perinatale sterftebesprekingen gepresenteerd.
Op basis van de resultaten uit dit onderzoek worden aanbevelingen
gedaan om de invoering en het functioneren
van VSV’s te stimuleren. In een volgend artikel zal in
grote lijnen het implementatietraject voor de landelijke
invoering van perinatale audit worden gepresenteerd.
Het onderzoek naar VSV’s en sterftebesprekingenbestond uit een kwantitatief en een kwalitatief deel.Voor het eerste deel hebben de aanspreekpuntenVerloskunde binnen de maatschap Gynaecologie van de97 Nederlandse ziekenhuizen met een volledige verloskundigeafdeling een vragenlijst ontvangen. Hen isgevraagd naar het bestaan en de werkwijze van verloskundigesamenwerking en perinatale sterftebesprekingen.Vervolgens werden uit de geretourneerde vragenlijstenrespondenten geselecteerd voor het kwalitatieve deel vandit onderzoek. Deze semigestructureerde interviews zijnafgenomen bij zes verloskundige zorgverleners uit eersteen tweede lijn die betrokken zijn bij – naar hun eigenoordeel – goedlopende en niet-goedlopende VSV’s.Ondanks de beperkingen van het onderzoek zijn deresultaten verrassend: vooraf waren de beelden en ideeënover het aantal VSV’s en sterftebesprekingen aanmerkelijkminder positief dan uit dit onderzoek is gebleken.Dit onderzoek laat namelijk zien dat de samenwerkingtussen eerste- en tweedelijns verloskundige zorgverlenersde afgelopen jaren is verbeterd. Eind 2003 vond in 50%van de ziekenhuizen gestructureerd overleg plaats tusseneerste- en tweedelijns verloskundige zorgverleners[15],inmiddels is dit gestegen naar ruim 84%. In 75% van deziekenhuizen vinden perinatale sterftebesprekingenplaats waar zowel eerste- als tweedelijns verloskundigezorgverleners bij betrokken zijn. Al met al is er sprakevan een goede uitgangssituatie voor de landelijkeinvoering van perinatale audit op regionaal niveau.Op basis van de onderzoeksresultaten is een aantalaanbevelingen geformuleerd voor de realisatie vansamenwerking in regio’s waar (nog) geen gestructureerdoverleg plaats vindt tussen eerste- en tweedelijns verloskundigezorgverleners, of waar het overleg niet optimaalverloopt. Deze kunnen gebruikt worden door verloskundigezorgverleners en ondersteuningsorganisaties omde samenwerking verder te verbeteren.