Zweedse onderzoekers onderzochten dyspareunie en perineumherstel één jaar na de bevalling bij vrouwen met een tweedegraadsperineumruptuur of episiotomie. Vrouwen met een episiotomie rapporteren vaker dyspareunie en zijn iets vaker ontevreden over het herstel.

De onderzoekers onderzochten tussen 2014 en 2019 zelfgerapporteerde dyspareunieklachten (pijn bij het vrijen) en tevredenheid met het herstel van het perineum één jaar post partum. Dit deden zij met vragenlijsten. De onderzochte groep bestond vrouwen die waren bevallen van hun eerste kind met een spontane tweedegraadsperineumruptuur (hierna genoemd: tweedegraadsruptuur) of een episiotomie.

Het percentage vrouwen dat de vraag over dyspareunie heeft beantwoord was 67,8% bij vrouwen met een tweedegraadsruptuur (n = 2.939) en 75,8% bij vrouwen met een episiotomie (n = 762). Bij de vraag over tevredenheid met het herstel van het perineum was dit percentage respectievelijk 65,1% (n = 2.815) en 71,4% (n = 718).

Een derde ervaart milde tot matige dyspareunie

Ongeveer twee derde van de vrouwen, ongeacht of ze een tweedegraadsruptuur of een episiotomie hadden, gaven aan geen dyspareunie te ervaren één jaar na de bevalling. Ongeveer een derde van de vrouwen gaf aan milde tot matige dyspareunie te ervaren. Het percentage van ernstige (sterke of ondraaglijke) dyspareunie één jaar na de bevalling was hoger bij vrouwen met een episiotomie (3,8%) in vergelijking met vrouwen met tweedegraadsrupturen (2,4%).

Meeste vrouwen tevreden met herstel perineum

Ongeveer drie kwart van de vrouwen die voor het eerst bevielen waren één jaar na de bevalling tevreden met het herstel van het perineum, ongeacht of ze een tweedegraadsruptuur of een episiotomie hadden (respectievelijk 76,3% en 71,0%). Een kleine groep was (zeer) ontevreden over het herstel van haar perineum. Dit kwam vaker voor na een episiotomie (9,1%) dan na een tweedegraadsruptuur (4,6%).

Complicaties na de bevalling sterke risicofactoren

Complicaties na de bevalling zoals ‘post partum infectie’, ‘litteken dehiscentie1 Het wijken of openvallen van de wond of het litteken. ’, ‘opnieuw hechten’ en ‘perineale pijn acht weken post partum’ waren sterke risicofactoren voor ontevreden of zeer ontevreden zijn over het herstel na één jaar en in iets mindere mate voor ernstige dyspareunie één jaar na de bevalling.

De onderzoekers geven aan dat vrouwen met meerdere risicofactoren baat kunnen hebben bij follow-up na de bevalling, zoals een klinisch consult bij een arts of fysiotherapeut. Zij geven niet aan wat de concrete inhoud van een klinisch consult of mogelijke interventies zou moeten zijn.

Wat betekent dit voor jou?
Je mag vertrouwen op een goed perineumherstel voor de meeste vrouwen. Terughoudendheid met een episiotomie blijft belangrijk, omdat ook dit onderzoek laat zien dat de negatieve effecten van een episiotomie groter zijn dan van een spontane tweedegraadsperineumruptuur. Wees je bewust van dyspareunie en maak het bespreekbaar tijdens het kraambed en bij de nacontrole. Dat is een eerste stap voor het erkennen van deze impactvolle klachten voor vrouwen en hun partners.