Vrouwen die in een Australisch onderzoek specifiek reflecteerden op de inleiding van hun bevalling hadden gevoelens van spijt en behoefte aan meer keuzevrijheid. De meeste van hen zouden bij een volgende bevalling liever geen inleiding meer willen. 

Dit onderzoek richtte zich op de ervaringen van vrouwen in Australië met het inleiden van de bevalling (induction of labour, IOL) en hoe deze ervaringen hun toekomstige keuzes rond zwangerschap en bevalling beïnvloeden. De studie maakt deel uit van de grotere Australische Birth Experience Study (BESt), waarin in 2021 ruim 8800 vrouwen bevraagd werden over hun ervaringen met zwangerschap, bevalling en postnatale zorg.

Uit deze bredere steekproef gaven 6101 vrouwen een open tekstreactie op de vraag: “Wat zou je anders doen als je weer zwanger zou zijn?” Van deze groep reflecteerden 591 vrouwen specifiek op hun ervaring met het inleiden van de bevalling in de afgelopen vijf jaar. Hun antwoorden werden geanalyseerd via een inhoudsanalyse, waarbij in totaal 819 afzonderlijke uitspraken werden gecodeerd.

Bij de volgende bevalling liever geen inleiding

Een opvallend grote meerderheid (93,3%) van deze 591 vrouwen gaf aan dat zij in de toekomst liever zouden afzien van een inleiding, om zo de kans op een spontane baring te vergroten. Binnen deze groep kwamen drie hoofdthema’s naar voren:

  • Weerstand tegen druk en gebrek aan keuzevrijheid (54,8%): Veel vrouwen voelden zich onder druk gezet om een inleiding te accepteren, soms zonder duidelijke medische noodzaak. Ze gaven aan zich te zullen verzetten tegen dit soort druk bij een volgende zwangerschap.
  • Voorkeur voor een spontane bevalling (25%): Vrouwen gaven aan dat ze, als ze het opnieuw mochten doen, liever zouden wachten op het natuurlijke begin van de bevalling, tenzij er een duidelijke medische reden is voor een inleiding.
  • Betere informatie en voorbereiding (20,2%): Een aanzienlijk deel van de vrouwen gaf aan dat ze zich in de toekomst beter zouden informeren over de voor- en nadelen van een inleiding, zodat ze beter onderbouwde beslissingen kunnen nemen.

Acceptatie van de inleiding, maar met meer zeggenschap

Een kleine groep (6,7%) gaf aan dat de inleiding voor hen noodzakelijk of wenselijk was, bijvoorbeeld om medische of persoonlijke redenen. Wel gaven veel vrouwen (61,8%) binnen deze groep aan dat zij in de toekomst graag meer zeggenschap zouden willen over het proces, zoals de timing of de methode van inleiding.

Gevoelens van spijt en verlies van controle

Veel vrouwen die spijt hadden van hun inleidingservaring, koppelden dit aan een verlies van autonomie tijdens de bevalling, of aan medische uitkomsten die zij toeschreven aan de inleiding, zoals kunstverlossingen, keizersnedes of ernstige rupturen. Hoewel het onderzoek deze causale verbanden niet zelf onderzoekt, tonen de reacties aan dat vrouwen de inleiding vaak als startpunt zagen van een opeenvolging van medische interventies.

Wat betekent dit voor jou?
Het onderzoek benadrukt dat veel vrouwen negatieve gevoelens hebben over hoe de beslissing tot het inleiden van de bevalling tot stand kwam en welke gevolgen deze had. Vrouwen willen in de toekomst meer regie, betere informatie en ruimte om natuurlijke processen te respecteren. Deze inzichten onderstrepen het belang van gedeelde besluitvorming, eerlijke communicatie over de rechten van zwangere vrouwen en de mogelijke voor- en nadelen van een inleiding van de baring en het serieus nemen van de autonomie van zwangere vrouwen. Uiteindelijk beslist de zwangere nadat zij alle informatie heeft gekregen. Het is hierbij van belang dat zij geen druk ervaart om een bepaalde keuze te maken. Als zorgverlener kun je jezelf informeren via de Leidraad Verloskundige zorg buiten de richtlijnen waarbij de kernboodschappen voor elke zwangere gelden, ongeacht of zij wel of geen zorg buiten een richtlijn wenst.