Shannon GD, Alberg C, Nacul L et al. Preconception health care and congenital disorders: mathematical modelling of the impact of a preconception care programme on congenital disorders. BJOG 2012; DOI: 10.1111.1471-0528.12116

Directe link naar de samenvatting van het artikel

Bij ongeveer 6% van alle geboortes is sprake van een aangeboren afwijking. Preconceptiezorg omvat gezondheidsbevordering, risico opsporing en preventieve maatregelen om de gezondheid van een aanstaande moeder en haar baby te bevorderen en daarmee de kans op aangeboren afwijkingen te verminderen.

De auteurs hebben een wiskundig model gemaakt van de impact van drie belangrijke prioriteiten binnen preconceptiezorg: foliumzuurverrijking en -suppletie (nationaal niveau), alcoholinterventie (eerstelijnszorg) en diabetesmanagement (hoogrisico populatie met een chronische ziekte). Ze deden literatuuronderzoek en gebruikten crosssectionele data van vrouwen tussen 15 en 45 jaar uit Engeland in 2001. Een aanname was 70% deelname aan het preconceptiezorg programma, wat realistisch is volgens de literatuur.

Volgens het model kunnen naar schatting in Engeland jaarlijks 585-1.085 aangeboren afwijkingen voorkómen worden door een nationaal preconceptieprogramma; dit is 8-15% van de aangeboren afwijkingen bij levendgeborenen. Per interventie trad een daling op in de prevalentie van specifieke aangeboren afwijkingen: 46% minder neurale buisdefecten door foliumzuurverrijking, 32-62% minder neurale buisdefecten door foliumzuursuppletie, 53% minder foetaal alcohol syndroom door alcoholinterventies en 54% minder diabetes-gerelateerde afwijkingen door management van diabetes.

De auteurs concluderen dat een preconceptiezorgprogramma met deze drie strategieën (foliumzuur, alcohol, diabetes) het aantal baby’s met een aangeboren afwijking op nationaal niveau kan verlagen. Het model is toepasbaar op andere landen en kan een belangrijke eerste stap zijn naar implementatie van preconceptiezorg. Er zijn belemmeringen voor de implementatie van preconceptiezorg; maar het duidelijke gunstige effect ervan moet niet worden genegeerd, waardoor preconceptiezorg een belangrijke prioriteit moet hebben binnen de gezondheidszorg.