Improving female fertility preservation care, Lobke Bastings, 23 september 2014, Radboud Universiteit Nijmegen

Slechts één op de tien vrouwelijke kankerpatiënten onder de veertig krijgt informatie over mogelijkheden om de vruchtbaarheid te behouden. Behoud van vruchtbaarheid is mogelijk door bijvoorbeeld het invriezen van embryo’s of eicellen, het invriezen van eierstokweefsel of het verplaatsen van de eierstok in de buikholte. In haar promotieonderzoek stelt Lobke Bastings dat medische professionals en patiënten veel vaker moeten aansturen op een gesprek over de (on)mogelijkheden om de vruchtbaarheid te sparen, liefst al geruime tijd voordat de chemotherapie of bestraling wordt gestart.

Bij een optimale doorverwijzing zou volgens Bastings 70 tot 80 procent van de vrouwen onder de veertig jaar bij wie kanker is geconstateerd willen weten wat de mogelijkheden zijn om vruchtbaar te blijven. In Nederland gaat het om 1.600 tot 1.900 meisjes en vrouwen per jaar. Naar verwachting kiest de helft van hen vervolgens ook daadwerkelijk voor een van de beschikbare technieken.

In het proefschrift valt verder te lezen dat de overleving van eierstokweefsel na invriezen niet volledig is. Ook bestaat er, afhankelijk van het type kanker, een groter of kleiner risico op de aanwezigheid van kankercellen in het ingevroren eierstokweefsel. Dit is van belang voor de veiligheid van de techniek, omdat het ingevroren weefsel bedoeld is om in na ontdooiing in de buikholte te worden teruggeplaatst wanneer zwanger worden na genezing van kanker niet lukt. Bij patiënten met leukemie is de kans op terugkeer via het eierstokweefsel het grootst. Daarom raadt Bastings die optie af bij deze patiënten. Ook bij maag-, darm- en baarmoederkanker is de kans op terugkeer aanzienlijk. Bij een lymfoom is de kans beperkt en borst- en baarmoederhalskanker zitten daar tussenin.