Morgen verdedigt Catja Warmelink haar proefschrift ‘The organisation of midwifery care in the Netherlands’. Haar Dit proefschrift gaat in op de organisatie van verloskundige zorg in Nederland vanuit de invalshoek van (toekomstige) eerstelijns verloskundigen en de gezichtpunten ten aanzien van vernieuwingen in de zorg.  Warmelink heeft gebruik gemaakt van gegevens van de DELIVER studie onder 108 eerstelijns verloskundigen en 319 eerstelijns verloskundige praktijken. Daarnaast zijn 18 verloskunde studenten geïnterviewd.

Resultaten
De hoge werktevredenheid laat zien dat verloskundigen houden van hun werk in het huidige Nederlandse echelonsysteem (verloskundige zorg door zelfstandige, autonome eerstelijns verloskundigen). Een eerstelijns verloskundige verwoordde het als: “de voldoening die het eigenlijk werk me geeft”. Ondanks onzekerheden over de toekomst van de verloskundige zorg, is de meerderheid van de verloskundigen van plan om te blijven werken in de eerste lijn. ‘Werktevredenheid’ is hierbij een belangrijke voorspeller.

Aan de andere kant ervaren de eerstelijns verloskundigen volgens het onderzoek van Warmelink een hoge werkdruk. Eerstelijns verloskundigen werken in 2010 gemiddeld meer uren dan in 2001 en 2004, en besteden deze extra uren in toenemende mate aan niet-cliënt-gebonden werkzaamheden, wat de respondenten soms zelf benoemen als “rompslomp” en “organisatorisch gedoe”.  Hoewel de taken die buiten de directe cliëntenzorg vallen, zoals administratieve taken en vergaderingen, essentiële onderdelen van het werk zijn, kan het nodig zijn de balans tussen deze activiteiten en de directe cliëntenzorg te herijken. Het contact met niet-artsen (klinisch verloskundigen en kraamzorg(aanbieders) wordt hoger gewaardeerd dan het contact met artsen (huisartsen, gynaecologen en kinderartsen).

Respectvolle communicatie, gedeelde informatie en activiteiten zijn ondermeer essentiële aspecten die van belang zijn voor succesvolle samenwerking in de verloskundige praktijk. ‘Cliëntgerichte zorg’ en ‘het behoud van de fysiologische benadering van zwangerschap en geboorte’ moeten blijven behouden in welke organisatievorm dan ook, volgens de onderzochte verloskundigen (in opleiding).

Warmelink adviseert om eerstelijns verloskundigen een centrale rol te laten spelen in het coördineren en integreren van de geboortezorg, vanwege de functies van een eerstelijner: laagdrempelig, mensgericht, aanpak dichtbij huis en de fysiologische benadering van zwangerschap en geboorte. Naast het huidige echelon systeem en naast de voorgestelde integratie tussen 1e en 2e lijn, kunnen ook andere organisatievormen overwogen worden, zoals samenwerking binnen de 1e lijn, het aanbieden van groepsconsulten of eerstelijns verloskundigen medium-risk zwangerschap en bevallingen laten begeleiden.

Verder pleit Warmelink ervoor om de invalshoeken en voorkeuren van álle belanghebbenden, inclusief verloskundigen, studenten verloskunde en cliënten, mee te nemen in de discussie hoe de organisatie van verloskundige zorg zich gaat ontwikkelen in Nederland.

Relevantie
Dit proefschrift beschrijft het (vaak onzichtbare) werk van de eerstelijns verloskundigen in Nederland. We willen bijdragen aan een verbetering van de kwaliteit en de organisatie van de verloskundige zorg met de focus op de positie van ‘midwife-led-care’ binnen het systeem. We hebben meer onderzoek/bewijs nodig voordat we het hele verloskundige systeem gaan reorganiseren. Dit is belangrijk voor Nederland, maar ook voor andere landen waar de zorg door verloskundigen (midwife-led-care) en thuisbevalling wordt her gewaardeerd en de organisatie van zorg van meer het medisch model (technocratisch) naar een meer humanitisch/holistisch model gaat.  In het proefschrift wordt een relatie gelegd met het verloskundige onderwijs en onderzoek waarbij ervaringen van (toekomstige) beroepsbeoefenaren worden erkend en meegenomen in het beleid ten aanzien van zwangerschap en geboorte.

Credits
Dit promotieonderzoek werd gefinancierd door de Academie Verloskunde Amsterdam Groningen (AVAG) en is begeleid door Prof. dr. E.K. Hutton en dr. T.P. de Cock van Midwifery Science van de VU en dr. T.A. Wiegers van NIVEL. Het onderzoek is uitgevoerd door drs. J.C. Warmelink, sinds september 2011 promovendus bij Midwifery Science en sinds 2004 docent bij de Verloskunde Academie Groningen. Zij is in 1988 afgestudeerd aan de Rijksuniversiteit Groningen als ontwikkelingspsycholoog. Haar huidige interesse in onderzoek: de empowerment van zwangeren en barenden (en hun zorgverleners),  en de transitie van onvruchtbaarheid naar ouderschap.

Midwifery Science
De afdeling Midwifery Science van de VU doet onderzoek naar de inhoud en kwaliteit van ‘midwifery’.  Midwifery is ondersteunende zorg aan vrouwen die hen in staat stelt zwanger te zijn en een kind te krijgen op een manier die het beste bij hen past. Deze zorg helpt vrouwen bij het maken van keuzes, samen met degenen die hen na staan, die aansluiten bij hun individuele en culturele waarden. Midwifery is gebaseerd op de visie dat zwangerschap en geboorte in principe fysiologische gebeurtenissen zijn en geen medische problemen. Dat betekent dat preventie, gezondheidsbevordering en ondersteunende zorg de basis vormen en medische interventies alleen worden geadviseerd als ze een meerwaarde hebben voor moeder en/of kind.

Meer weten?

Lezen van het proefschrift kan hier: http://dare.ubvu.vu.nl/handle/1871/55248
Neem contact op met Catja Warmelink via catja.warmelink@inholland.nl