Philomeen Weijenborg heeft voor haar proefschrift onderzoek gedaan naar het klinische verloop van acute en chronische buikpijnklachten van vrouwen.

Women in Pain: The course of diagnostics and diagnostics of chronic pelvic pain.
Directe link naar het proefschrift in de bibliotheek van Kennispoort Verloskunde (zorg wel dat u bent ingelogd)

Philomeen Weijenborg heeft voor haar proefschrift onderzoek gedaan naar het klinische verloop van acute en chronische buikpijnklachten van vrouwen. Een vrouw krijgt de diagnose ‘chronisch buikpijn’ (CBP) wanneer zij minstens drie opeenvolgende maanden incidenteel of continu last heeft van buikpijn. In dit proefschrift wordt met name ingegaan op pijn in de onderbuik, die niet alleen toegeschreven kan worden aan de menstruatie (dysmenorroe) of aan seksuele activiteit (dyspareunie). Van alle vrouwen rapporteert 15 tot 25 procent desgevraagd klachten van pijn in de onderbuik, die langer dan 6 maanden bestaan. Van alle vrouwen die jaarlijks een huisarts bezoeken, meldt 3.7 procent last te hebben van dergelijke buikpijnklachten. Slechts 40 procent van deze vrouwen wordt verwezen naar een medisch specialist. Gynaecologen zien in hun spreekkamer dus een selecte groep van alle vrouwen met langdurige pijnklachten in de onderbuik.

Veel vrouwen met CBP worden fysiek en mentaal gehinderd door hun klachten, wat leidt tot een verminderde kwaliteit van leven vaak in combinatie met relatief hogere scores op angst en depressieve klachten. Ook rapporteren zij meer lichamelijke beperkingen en meer seksuele problemen dan vrouwen zonder pijn.

Er zijn veel overeenkomsten tussen CBP en andere chronische pijnklachten, zowel in het beloop als in de factoren die het beloop beïnvloeden. Op basis van haar follow-up studies concludeert de auteur dan ook dat CBP bij vrouwen beschouwd moet worden als een ‘algemeen’ chronisch pijn-probleem. Een dergelijke zienswijze heeft verstrekkende gevolgen voor de diagnostiek en behandeling van vrouwen met CBP in de klinische praktijk.
 

Net als bij chronische pijn ‘in het algemeen’ moet men niet alleen aandacht hebben voor de somatische factoren die met CBP samenhangen, maar ook in het oog houden dat de ernst van de klachten ook een enorme impact heeft op de kwaliteit van leven. Bovendien hangt die ernst samen met bepaalde psychologische factoren. Vanuit deze biopsychosociale kijk op pijnbehandelingen, kunnen nieuwe behandelingen worden geïnitieerd, die niet alleen gericht zijn op pijnvermindering, maar juist ook op verbetering van de kwaliteit van leven. De NVOG is voornemens om, mede naar aanleiding van dit proefschrift, een multidisciplinaire richtlijn “chronisch buikpijn” te ontwikkelen.