Op 24 mei verdedigt Ruth Baron haar proefschrift ‘Maternal Health and Prenatal Health Education in Midwife-led Primary Care’ aan de Vrije Universiteit in Amsterdam. Het eerste doel van dit proefschrift was om de gezondheid en het gezondheidsgedrag van zwangere vrouwen in kaart te brengen. Het tweede doel was om de gezondheidsvoorlichting door eerstelijns verloskundigen te onderzoeken.

Blootstelling aan tabak, alcohol, voeding en de mate van lichamelijke activiteit tijdens de zwangerschap hebben invloed op geboorte-uitkomsten en de ontwikkeling van de cognitieve en fysieke gezondheid van het kind gedurende het hele leven. Zowel ondergewicht als overgewicht tijdens de zwangerschap wordt geassocieerd met ongunstige geboorte-uitkomsten (zoals vroeggeboorte) en chronische ziekten (zoals hart- en vaatziekten) in het latere leven van het kind.

Te weinig lichamelijk activiteit wordt geassocieerd met zwangerschapsdiabetes, te veel aankomen tijdens de zwangerschap en een verhoogde kans op vroeggeboorte; het eten van gezonde voeding zoals groente, fruit en vis wordt geassocieerd met gunstige geboorte-uitkomsten en gezonde kinderen.

Rol prenatale zorgverleners

Aangezien mensen vaak weinig controle hebben over hun eigen gezondheid en gedrag, is er een belangrijke rol voor zorgverleners, zoals verloskundigen, weggelegd om hier hulp in te bieden. Bijna alle zwangere vrouwen vallen onder de zorg van prenatale zorgverleners; de zwangerschap wordt gezien als een goede kans om de gezondheid van moeders en hun kinderen te bevorderen.

Data werden verzameld door middel van vragenlijsten ingevuld door duizenden vrouwen, interviews met 22 zwangere vrouwen en video-opnames van 173 prenatale intakes in verloskundepraktijken. De studies in dit proefschrift hebben aangetoond dat er potentieel nog veel gezondheidswinst te behalen valt tijdens de zwangerschap en dat er nog substantiële sociaal-demografische ongelijkheid is bij vele gezondheidsindicatoren, zoals roken, passief roken, het innemen van foliumzuur, het deelnemen aan zwangerschapscursussen, zowel overgewicht als ondergewicht, voedingspatronen zoals het dagelijks eten van fruit of het overslaan van maaltijden, depressie/angst en het gevoel van controle over de eigen gezondheid.

Een laag gevoel van controle over de eigen gezondheid werd ook geassocieerd met spontane vroeggeboorte, nadat rekening werd gehouden met maternale lengte en Body Mass Index (BMI), sociaal-demografische en andere gezondheid bepalende gedragskenmerken.

Uit de interviews kwam naar voren dat zwangere vrouwen graag gezondheidsvoorlichting van hun verloskundigen willen ontvangen. Veel vrouwen gaven aan tevreden te zijn met de hoeveelheid gezondheidsvoorlichting, maar desondanks hadden ze vaak vragen en onzekerheden over voeding, alcohol, gewichtstoename en lichamelijke activiteit. Sommige vrouwen gaven expliciet aan dat ze meer uitleg hadden willen ontvangen dan wat ze kregen.

De video analyses lieten zien dat wanneer de cliënt geen foliumzuur slikte of rookte, dat de verloskundige extra hulp en informatie gaf over deze onderwerpen. Echter, de overgrote meerderheid cliënten ontving geen informatie over aanbevolen gewichtstoename en werd niet gestimuleerd om lichamelijk actief te zijn, vis te eten of aan zwangerschapscursussen mee te doen.

Bij meer dan een derde werd het belang van gezond eten nooit benoemd en bij bijna de helft maar heel kort benoemd. De nadruk bij voorlichting over lichamelijke activiteit, visconsumptie en fruit/groente consumptie lag bij hoe risico’s voorkomen konden worden. Verloskundigen kunnen mogelijk meer aandacht besteden aan het bevorderen van gezond gedrag tijdens de zwangerschap.

Meer weten? Mail dan naar r.baron@vumc.nl