Management of late preterm prelabour rupture of membrane, David P. van der Ham, 2 oktober, Universiteit van Maastricht
Directe link naar de volledige versie van het proefschrift op Kennispoort Verloskunde
LET OP: U moet ingelogd zijn om de PDF’s van de proefschriften te kunnen downloaden.

Ongeveer 3% van alle zwangerschappen worden gecompliceerd door het voortijdig breken van de vliezen voor het begin van de baring (PPROM). In 1.5% van alle zwangerschappen gebeurt dit voor de 34e  zwangerschapsweek en in 1.5% tussen de 34e  en 37e  zwangerschapsweek. Jaarlijks worden er in Nederland ongeveer 3.000 zwangerschappen gecompliceerd door PPROM.

David van der Ham onderzocht wat beter is bij PPROM: kunstmatig inleiden of afwachten. Uit de onderzoeken van de PPROMEXIL-studies onder meer dan duizend vrouwen blijkt dat afwachten beter is, als de vliezen breken tussen de drie en zes weken voor de uitgerekende datum. Het risico op een infectie stijgt niet bij een afwachtend beleid. De risico’s op andere complicaties als gevolg van de vroeggeboorte nemen wel af. De Nederlandse conclusies bleven overeind staan na een Cochrane meta-analyse. Alleen bij vrouwen bij wie een Groep-B-streptococ (bacterie) in de schede aanwezig is, lijkt kunstmatige inleiding wel zinvol. Verder onderzoek hiernaar is echter nodig.

Dit proefschrift heeft de wereldwijde discussie over de behandeling van patiënten met PPROM heropend. Zodra de inclusie van de nog lopende Australische PROMT-studie gereed is, kan een individuele patiënten data (IPD) meta-analyse worden uitgevoerd. De onderzoeker verwacht dat deze IPD meta-analyse voldoende wetenschappelijk bewijs gaat leveren om internationale richtlijnen verder aan te passen.