Dutch perinatal care: performance and innovative strategies
In het onderzoek staat functioneren van het Nederlands Verloskundig Systeem centraal. Doel is het vinden van verklaringen voor de hoge perinatale sterfte in Nederland en het ontwikkelen van zorginnovaties.
Verbetering van de risicoselectie is volgens Van der Kooy een belangrijk punt. Daarom werd de Rotterdam Reproductive Risk Reduction (R4U) ontwikkeld, een diagnostisch instrument dat zowel medische- als niet-medische factoren gebruikt. De R4U bleek in staat om eerder gemist Small for Gestational Age op te sporen. De ervaring van cliënten met de geboden zorg onderzocht Van Der Kooij aan de hand van de algemene ‘healthcare responsiveness’ methode van de WHO. Ze vertaalde deze naar de ReproQ enquête, om heel gericht de ervaringen te kunnen vergelijken van vrouwen gedurende de perinatale zorg. Dee vragenlijst bestaat uit acht domeinen: respect, autonomie, privacy, communicatie, tijd tot zorg, kwaliteit faciliteit, sociale steun, en keuze en continuïteit van de zorgverlener. De respondenten meer tevreden over de intermenselijke aspecten van de zorg, dan over de logistiek en de wachttijden.
Daarnaast onderzocht Van der Kooy het gebruik van lachgas in het Geboortecentrum Sophia. Met name multipara vrouwen kregen lachgas analgesie in plaats van pethidine en/of epiduraal (5%). De vrouwen die lachgas kregen, lieten een daling zien in gespannenheid, angst en pijnscores. Er vond wel een toename van pijnstilling verzoeken plaats (8%) ten opzichte van voorgaande jaren.
Datum publicatie
18/09/2013Promotor(s)
promotoren Prof.dr. G.J. BonselProf.dr. E.A.P. Steegers
copromotoren dr. E. Birnie
dr. S. Denkta?