“Voor de start van ieder klinisch onderzoek, dient simultaan het uitvoeren van een economische evaluatie overwogen te worden. “ Dit is de eerste stelling behorende bij het proefschrift van Gert-Jan van Baaren. Een gerechtvaardigde conclusie, wie de uitkomsten van zijn analyses leest naar de zorgkosten van diverse interventies, of juist het achterwege laten daarvan.  Zo kan de standaard invoering van de fibronectinetest jaarlijks tussen 2,8 en 14,4 miljoen euro aan zorgkosten besparen, bij vrouwen met een verkorte cervix (10-30 mm) en dreigende vroeggeboorte. Dit komt vooral doordat deze vrouwen bij een negatieve uitslag niet meer hoeven te worden doorverwezen naar academische ziekenhuizen.

Met een fibronectinetest kan ingeschat worden hoe groot de kans is dat een zwangere vrouw binnen een week bevalt. Voor deze test wordt wat vaginale afscheiding verzameld met een wattenstaafje. Daaruit wordt bepaald wat de concentratie van het eiwit fibronectine is. Als de concentratie verhoogd is (positieve fibronectinetest), bestaat de kans dat de bevalling binnen een week zal plaatsvinden. Als er geen verhoogde concentratie wordt gevonden (negatieve fibronectinetest), is de kans dat de bevalling binnen een week plaatsvindt zeer klein. De uitslag van de test is dusdanig betrouwbaar dat het voorkomt dat vrouwen ten onrechte worden doorgestuurd naar een academisch ziekenhuis, aldus de promovendus.

Daarnaast pleit van Van Baaren voor het gebruik van een pessarium om vroeggeboorte van tweelingen te voorkomen bij vrouwen met een cervixlengte van < 38 mm. Het gebruik hiervan levert zowel gezondheidswinst op voor de pasgeborenen als besparingen in de zorgkosten (circa 5.400 euro per geval).