Vrouwen met PCOS (polycysteus ovarium syndroom) kunnen niet of moeilijk zwanger worden. PCOS betekent letterlijk het ‘vele cysten in de eierstok’-syndroom en komt bij vijf tot zestien procent van alle vrouwen voor. Ze hebben teveel eicellen en teveel mannelijk hormoon, zoals testosteron, waardoor een hormonale disbalans ontstaat.

Hormoontherapie kan deze vrouwen helpen toch zwanger te worden. Er zijn twee hormonale therapieën beschikbaar, die meestal na elkaar worden toegepast: vijf dagen Clomifeen-pillen slikken en wachten op een eisprong. Als dat niet werkt volgen meestal tien tot dertig dagen FSH-injecties (follikel stimulerend hormoon). Promovenda Marja-Liisa Hendriks concludeert dat de FSH-therapie duurder en belastend is, maar de kans op zwangerschap wel groter. Ze vindt dat FSH zeker overwogen moet worden als eerste behandeling in plaats van de goedkopere Clomifeen-behandeling.

Daarnaast onderzocht ze de alternatieve behandeling,  een operatie aan de eierstokken, waardoor de menstruele cyclus weer op gang komt. Tijdens de operatie wordt met opzet een deel van de eierstok beschadigd, waardoor de menstruele cyclus weer op gang komt. Hendriks vond na de operatie een daling van de markers voor de eicelvoorraad en een daling van de mannelijke hormonen. Waarschijnlijk is deze combinatie van veranderingen essentieel voor het op gang komen van de menstruele cyclus. Het voordeel van deze operatie aan de eierstokken is dat de PCOS-patiënten mogelijk geen vruchtbaarheidsbehandeling meer nodig hebben omdat ze een regelmatige cyclus verkrijgen. Bij de hormonale therapie moeten vrouwen meerdere keren per maand naar het ziekenhuis voor controle.

Uit het onderzoek is gebleken dat niet alleen de bedoelde beschadiging aan de eierstokken een effect heeft op de hormoonhuishouding, maar de operatieprocedure zelf ook. Zelfs het bewegen van de eierstokken alleen beïnvloedde de hormonen.

Bron: VUmc

Hiernaast kunt u de Nederlandse samenvatting downloaden. De meest complete versie van het proefschrift is te vinden op http://dare.ubvu.vu.nl/handle/1871/51985