Op vrijdag 10 februari verdedigt verloskundige Bahareh Goodarzi aan de Vrije Universiteit Amsterdam haar proefschrift ‘Putting risk in its place: the complexity of risk selection in maternal and newborn care’.

Bahareh Goodarzi deed baanbrekend onderzoek naar de risicoselectie in de geboortezorg. Ongewenste variatie in risicoselectie maakt geboortezorg ineffectief: te weinig interventies, teveel interventies, ontoegankelijke zorg, respectloze zorg en discriminatie.

Onder elk risico ligt onzekerheid

‘Binnen het huidige biomedisch model lijkt risico een objectief meetbare kwantiteit, die los staat van degene die het risico inschat, wat het idee creëert van een ‘waar’ en ‘objectief’ risico. (…) Maar in werkelijkheid ligt onder elk risico onzekerheid.’ Promovenda Bahareh Goodarzi beschrijft in haar proefschrift risicoselectie vanuit de geschiedenis, de organisatie en de huidige praktijk. Ze raakt met haar onderzoek naar risicoselectie enkele gevoelige snaren, met name over diversiteit en inclusie.

Subjectieve risicoselectie

Kennis en techniek hebben de geboortezorg geoptimaliseerd, want ziekte en sterfte zijn erdoor verlaagd en de uitkomsten verbeterd, zo stelt Goodarzi. Met haar studie laat ze tegelijkertijd zien dat er nog steeds teveel gezondheidsverschillen in de geboortezorg zijn, veroorzaakt door een subjectieve risicoselectie, die bepaald wordt door opvattingen van zorgverleners en de instituten waarvoor zij werken. Er is sprake van ineffectiviteit: teveel of te weinig zorg, ontoegankelijke zorg, niet respectvolle zorg en discriminatie.

Negatieve framing van risico

Behoeften van vrouwen en kinderen worden nog steeds in termen van pathologie aangeduid, ook al zijn zwangerschap en bevalling in principe fysiologische processen. Dit past in een biomedisch-technocratisch discours. Goodarzi: ‘Risico heeft daarbinnen een negatieve betekenis; vrouwen lopen per definitie risico, of ze nu gezond zijn of ziek.’ En risico wordt vaak te groot ingeschat, vanwege de negatieve framing.

Grote variatie in zorg

Goodarzi’s onderzoek laat grote variatie in zorg aan moeders en kinderen zien tussen ziekenhuizen in Nederland. Deze variatie hangt samen met opvattingen van zorgverleners, en verschillen tussen lokale voorzieningen of protocollen. Betere kwaliteitsbewaking en beleid dat met evidence-based multidisciplinaire richtlijnen is onderbouwd, zou de variatie verkleinen.

Meer naar vrouwen luisteren

Om de geboortezorg verder te optimaliseren zou er meer naar vrouwen geluisterd kunnen worden. Volgens Goodarzi weten vrouwen waar ze behoefte aan hebben en kunnen zij best mee beslissen over de zorg. Ze kijken vanuit een bredere context dan zorgverleners, niet alleen op fysiek vlak , maar ook psychologisch, sociaal, cultureel en spiritueel. Toch trekken zij vanwege verschil in opleiding en medisch-technische kennis en macht vaak aan het kortste eind.

Neiging naar defensief beleid

Vrouwen zouden als ze konden meebeslissen wellicht meer risico accepteren dan zorgverleners. Maar zorgverleners neigen eerder naar teveel interventies en defensief beleid, zoals inleidingen en keizersnedes. Daarmee kunnen ze over de grenzen van vrouwen kunnen gaan. Goodarzi: ‘Dit ervaren vrouwen als niet respectvol, als aanval, intimidatie, straf, oordeel of dwang’. Ze waarschuwt voor de consequenties van geboortezorg die niet aansluit bij de behoeften van vrouwen. Zij kunnen zorg gaan mijden en kiezen om op eigen houtje bevallen.

Waardegedreven risicoselectie als oplossing

Goodarzi draagt als oplossing een meer ‘waardegedreven’ risicoselectie aan voor de geboortezorg, met een bredere opvatting over risico, waarbij niet alleen fysieke, maar ook andere factoren meetellen. Met meer aandacht voor preventie, minder sociale ongelijkheid en discriminatie. En het inzicht, dat risico’s niet alleen voortkomen uit het zwangere en barende lichaam, maar ook door de geboortezorg zelf.

De verdediging vindt plaats om 11.45 uur aan de VUmc, De Boelelaan 1105, Amsterdam en is ook te volgen via een livestream.