Nieuwenhuijze MJ, de Jonge A , Korstjens I et al. Influence on birthing positions affects women’s sense of control in second stage of labour. Midwifery 2013; doi:10.1016/j.midw.2012.12.007

Directe link naar de samenvatting van het artikel

Deze studie onderzocht of het hebben van keuzes in baringshoudingen bijdraagt aan een gevoel van controle van vrouwen tijdens de uitdrijving. Gevoel van controle is een belangrijke voorspeller voor tevredenheid over de baring. In 54 verloskundige praktijken door heel Nederland beantwoordden 1.030 vrouwen na een fysiologische zwangerschap en baring tijdens de kraamweek een vragenlijst. Deze omvatte vragen naar sociaal-demografische gegevens, baringshoudingen, en andere gegevens over de baring. De vrouwen konden aangeven wie invloed had op de baringshouding (zelf; zelf samen met verloskundige en/of partner; verloskundige en/of partner). Ook scoorden de vrouwen de ervaren pijn tijdens ontsluiting en uitdrijving (0 = geen pijn, 10 = ergste pijn ooit) en hun gevoelens tijdens de zwangerschap over de baring (0 = negatief, 10 = positief). Tot slot werd met de Labour Agency Scale gevoel van controle tijdens de uitdrijving gemeten. De onderzoekers analyseerden vervolgens welke factoren bij de vrouwen het gevoel van controle tijdens de baring beïnvloedden. Dezelfde analyses deden zij bij een subgroep van vrouwen met voorkeuren voor andere houdingen dan rugligging (n=204). Mogelijk speelde de keuze voor minder gebruikelijke houdingen een rol in de relatie tussen invloed en gevoel van controle.

In de totale groep (n=1.030) en in de subgroep (n=204) rapporteerden de vrouwen wie invloed hadden op de baringshouding. De percentages voor deze groepen waren: zelf: 20,3% en 23,5%; zelf samen met verloskundige en/of partner: 68,1% en 63,2%; verloskundige en/of partner: 11,7% en 13,2%. In de totale groep waren de factoren die het gevoel van controle tijdens de uitdrijving significant positief beïnvloedden: invloed hebben op baringshoudingen (zelf of samen), volgen van zwangerschapscursus, positieve gevoelens tijdens de zwangerschap over de baring, en minder pijn tijdens de uitdrijving. In de subgroep waren de factoren die het gevoel van controle tijdens de uitdrijving significant positief beïnvloedden: invloed hebben op baringshoudingen (zelf of samen), positieve gevoelens tijdens de zwangerschap over de baring, minder pijn tijdens de uitdrijving en thuisbevalling. Bij deze vrouwen was hun gevoel van controle tijdens de baring groter als ze samen met verloskundige en/of partner invloed hadden op de baringshouding dan wanneer ze alleen zelf invloed hadden.

De onderzoekers concludeerden dat vrouwen meer controle tijdens de uitdrijving voelden als ze invloed hadden op hun baringshoudingen en dat voor vrouwen met andere voorkeuren dan de rugligging gezamenlijke besluitvorming en thuisbevalling toegevoegde waarde hadden. Dit betekent dat verloskundigen een belangrijke rol kunnen spelen in de ondersteuning van vrouwen door hen te helpen de voor hen meest comfortabele baringshoudingen te vinden. Voor vrouwen met een voorkeur voor andere baringshoudingen dan rugligging is de samenwerking met en de steun van hun verloskundige extra belangrijk.