De relatief hoge perinatale sterfte in Nederland is de laatste jaren een ‘hot item’. Via verschillende wegen wordt geprobeerd deze sterfte terug te dringen, onder andere door het verhogen van de beschikbaarheid van professionals. Het voornaamste probleem is de grote kostenpost die hieraan verbonden is. Dit werd al snel duidelijk en heeft de minister doen besluiten de adviezen van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte niet om te zetten in harde kwaliteitsnormen. Wij hebben onderzocht wat de financiële consequenties zijn voor de Nederlandse ziekenhuizen, als ze maatregelen nemen om te voldoen aan de adviezenvan de Stuurgroep en concluderen dat voor met name kleinere ziekenhuizen verloskundige zorg dan niet langer betaalbaar is.

‘Een goed begin; veilige zorg rond zwangerschap en geboorte’ De organisatie van de verloskundige zorg in Nederland staat onder druk. Het feit dat de perinatale sterfte in ons land hoger ligt dan in de meeste omringende westerse landen en de unieke organisatiestructuur in Nederland, waar nog steeds ruim 30% van de vrouwen onder leiding van de eerste lijn bevalt (PRN 2008: 21% thuis, 11% poliklinisch), heeft veel discussie teweeg gebracht. Verschillende voorstellen en initiatieven zijn geformuleerd om de perinatale sterfte te reduceren. Prominent is het rapport van de Stuurgroep Zwangerschap en Geboorte dat eind 2009 is aangeboden aan de minister. Dit rapport bevat zeven concrete aanbevelingen die als doel hebben de perinatale sterfte als gevolg van substandaard factoren binnen vijf jaar te halveren.

De resultaten van de opbrengsten en de kosten per categorie zijn tegen elkaar afgezet. Dit is weergegeven in figuur 1. Hieruit blijkt dat de financiële consequenties van de nieuwe kwaliteitsnormen verschillen voor de zeven categorieën. Kleine ziekenhuizen die gemiddeld tot drie bevallingen per dag begeleiden zullen, indien ze willen voldoen aan de adviezen van de Stuurgroep en met de huidige DBC-prijzen, verlies maken op dit zorgproduct. Ziekenhuizen met vier of vijf bevallingen per dag zullen geen verlies maken maar ook geen winst, wat mogelijk ten koste gaat van innovatie. Alleen voor ziekenhuizen die gemiddeld zes of meer bevallingen per dag begeleiden zal de verloskundige zorg rendabel zijn. Wanneer deze uitkomsten worden afgezet tegen informatie over de bevallingen die begeleid worden in de Nederlandse ziekenhuizen blijkt dat 60% van de ziekenhuizen financieel niet in staat zal zijn te voldoen aan de aanbevelingen uit het rapport.

In deze studie laten we zien dat implementatie van de adviezen van de Stuurgroep grote financiële gevolgen zal hebben voor een deel van de Nederlandse ziekenhuizen. Voor de ziekenhuizen die relatief weinig bevallingen begeleiden zal dit betekenen dat de acute verloskundige zorg verliesgevend wordt als er geen extra maatregelen getroffen worden. Minister Schippers heeft, naar aanleiding van de eerder genoemde rapporten, de Vereniging van Ziekenhuizen (NVZ) en de Nederlandse Vereniging voor Obstetrie en Gynaecologie (NVOG) medio 2011 de opdracht gegeven een plan op te stellen voor implementatie van de gegeven adviezen. In maart 2012 kwamen deze partijen gezamenlijk tot de conclusie dat de adviezen van de Stuurgroep betreffende de 24-uurs beschikbaarheid, vooralsnog niet kunnen worden omgezet in kwaliteitsnormen. Enerzijds vanwege de huidige krapte op de arbeidsmarkt, waarbij het voor de krimpregio’s moeizaam is voldoende professionals te werven. Anderzijds om te voorkomen dat er een spanningsveld ontstaat tussen de kwaliteits- en bereikbaarheidsnorm, omdat ziekenhuizen genoodzaakt zijn, samen te werken dan wel te fuseren om aan de kwaliteitseisen te voldoen. Concentratie van zorg verhoogt in dit geval de aanrijdtijd en vermindert de keuzevrijheid van patiënten. En dat wil de minister niet in de hand werken. Over vijf jaar zal worden herzien of invoering van dergelijke kwaliteitsnormen alsnog gewenst is.

Ondanks het feit dat de adviezen van de Stuurgroep (nog) niet zijn omgezet tot kwaliteitsnormen, is het van groot belang om deze discussie te continueren. Hoewel in acht moet worden genomen dat het onderzoek een aantal beperkingen kent, vormen de resultaten een goede basis voor verdere discussie in het veld. De macro-analyse laat duidelijk zien dat kleinere ziekenhuizen moeite zullen hebben de verloskundige zorg rendabel te houden. Voor de verschillende spelers op de markt ligt er een grote uitdaging om in de toekomst vorm te geven aan de organisatie van de verloskundige zorg in Nederland. Centralisatie en extra financiële steun zullen hierin onvermijdelijk zijn. Over vijf jaar zal blijken of het voeren van deze discussie tot betaalbare verloskundige zorg heeft geleid, met verbeterde kwaliteit en daarmee een verlaging van de perinatale sterfte.