Verloskundigen vervullen een spilfunctie in het totale proces van zorgverlening rondom de voortplanting. Zij begeleiden de vrouw en haar partner vóór de zwangerschap, tijdens de zwangerschap en baring en tijdens de kraamperiode. Ook dragen zij in de eerste tien dagen na de geboorte zorg voor de pasgeborenen en verrichten zij de nacontrole.’

Lacteren – borstvoeding geven – en drinken aan de borstborstvoeding nemen -, zijn normale fysiologische activiteiten van moeder en kind. In de eerste weken na de bevalling zullen moeder en kind elkaar leren kennen en zich de vaardig heden van het voeden aan de borst eigen maken. De verloskundige wordt door beide auteurs aangesproken op haar verantwoordelijkheden om de borstvoeding te doen slagen.