Een week na het proefschrift van Miranda Geelhoed – Generation R, verscheen in het wetenschappelijke, open-acces tijdschrift PLoS ONE (www.plosone.org), een vergelijkend onderzoek van TNO, Stivoro en het LUMC (Caren Lanting et al) onder 15.000 moeders in Nederland. Het onderzoek heeft goed en slechts nieuws. Het goede nieuws is dat het aantal rokende zwangere moeders tussen 2001 en 2007 flink is gedaald, van 13,2% naar 7,6% (daling van 42%). Maar in hetzelfde artikel concluderen de auteurs dat roken verantwoordelijk is voor een derde van de extreme vroeggeboortes in Nederland: jaarlijks 220 geboortes bij de 28e zwangerschapsweek of eerder. Ook worden jaarlijks als direct gevolg van het roken tijdens de zwangerschap 3.000 ondervoede baby’s in Nederland geboren.

Zwangeren die er niet in slagen te stoppen met roken, stellen hun kinderen vaker ook aan andere risico’s bloot. Zo blijkt dat overmatig alcoholgebruik ( > 6 glazen per gelegenheid) tijdens de zwangerschap bij rokende zwangeren twee keer zo vaak voorkomt als bij niet-rokende. Ook kiezen rokende zwangeren minder vaak voor het geven van borstvoeding ; 38% begint direct met de fles. De auteurs becijferen dat, als alle zwangeren zouden stoppen met roken, dit zou leiden tot een afname van het aantal extreme vroeggeboortes met 29% en een daling van 17% van het aantal kinderen met een groeivertraging (SGA) . De economische winst voor Nedrland zou op jaarbasis 26 miljoen euro bedragen. Een mooie sigaret uit eigen doos.