De COVID-19-pandemie leidde wereldwijd tot regionale of landelijke lockdowns. Studies uit onder andere Nederland, Ierland en Denemarken suggereerden als onverwacht effect van de eerste COVID-19-lockdown een mogelijke afname van vroeggeboorten.

Dit Nederlandse onderzoek kijkt opnieuw en in meer detail naar de mogelijke impact van de lockdownmaatregelen op de incidentie van (extreme) vroeggeboorte bij eenlingen en meerlingen, waarbij onderscheid wordt gemaakt in spontane en iatrogene vroeggeboorten vóór 28 weken en vóór 32 weken.

De gegevens over extreme vroeggeboorten tijdens de eerste COVID-19-lockdown van 15 maart tot 15 mei 2020 werden retrospectief verzameld in alle 10 perinatale centra in Nederland.
Incidenties zijn berekend met een schatting van het totale aantal levendgeborenen in Nederland in deze periode op basis van hielprik-screening database. De uitkomsten werden vergeleken met gegevens uit de landelijke Perined database in de overeenkomstige kalenderperiode in 2015-2018.

De incidentie van alle vroeggeboorten < 32 weken bij eenlingzwangerschappen was 6,1‰ in de onderzoeksperiode in 2020 versus 6,5‰ in de overeenkomstige periode in 2015–2018.

Deze afname van vroeggeboorten bij eenlingen was in zijn geheel te verklaren door een significante afname van iatrogene vroeggeboorten, zowel <32 weken (OR 0,71; 95% BI 0,53 tot 0,95) als <28 weken (OR 0,53; 95% BI 0,29 tot 0,97). Er was geen afname van spontane vroeggeboorten.

Voor meerlingzwangerschappen was er geen significant verschil in totale vroeggeboorten <32 weken in vergelijking met 2015-2018. Wel werd een significante toename van spontane vroeggeboorten <28 weken waargenomen (OR 2,43; 95% BI 1,35 tot 4,39). Er was geen significant verschil in iatrogene vroeggeboorten <28 of <32 weken.

Kortom, deze studie laat een afname zien van alleen iatrogene vroeggeboorten bij eenlingzwangerschappen tijdens de COVID-19 lockdown voorjaar 2020 in Nederland. De auteurs suggereren dat dit mogelijk komt door terughoudendheid bij zwangeren om naar het ziekenhuis te gaan voor controles, of van de verminderde aantallen fysieke consulten.

Helaas kunnen ze op basis van deze studie geen uitspraak doen over een eventuele impact van het verminderd aantal iatrogene vroeggeboorten op de gezondheid van deze kinderen en moeders. Toekomstige analyes met Perined gegevens moet hier meer duidelijkheid over geven.