Een van de meest controversiële onderwerpen in de verloskunde is de plaats van de bevalling. In dit artikel gaan Raymond de Vries, hoogleraar Midwifery Science in Maastricht, et al. in op de ethiek van het genereren van kennis over dit onderwerp. Zij signaleren dat voor- en tegenstanders van de thuisbevalling – bewust of onbewust – proberen het debat zodanig te ‘framen’ dat de andere partij in een verdedigende rol wordt gedrukt. Een voorbeeld hiervan is een workshoptitel tijdens het recente Europese Congres voor Intrapartum Care: “Home births: are there any increased risks?”

De auteurs kozen voor de analyse van de ethische dimensies van onderzoek naar de plaats van bevalling, acht veel geciteerde observationele studies (zie tabel). Een randomised controlled trial (RCT) wordt weliswaar beschouwd als de gouden standaard om valide bewijs te genereren, maar er is slechts één kleine RCT gepubliceerd (11 randomisaties); de meeste vrouwen willen domweg niet deelnemen aan een RCT en de plaats van bevalling door het lot laten bepalen.

De auteurs verdeelden de acht studies in vier categorieën op basis van de conclusie: studies die concluderen dat er vraagtekens te plaatsen zijn bij de veiligheid van de thuisbevalling, respectievelijk de ziekenhuisbevalling, studies die geen verschil vonden tussen thuis- en ziekenhuisbaringen en studies die zowel voor- als nadelen vonden van elke plaats van bevallen. Alle studies pretendeerden een vergelijking te maken tussen een geplande thuisbevalling en een geplande ziekenhuisbevalling bij low-risk zwangeren, begeleid door gekwalificeerde zorgverleners.

De waarde van dit artikel is dat het laat zien wat we eigenlijk wel wisten: dat zorgverleners, maar ook wetenschappers, veelal niet zo objectief zijn als ze zelf denken en pretenderen te zijn. Het is moeilijk om bewijs dat ingaat tegen de eigen mening en tegen de opvattingen binnen de eigen professie, net zo te beoordelen als bewijs dat de eigen mening bevestigt. Ook de auteurs van dit artikel ontkomen daar niet helemaal aan. Ze citeren uitvoerig uit de kritische commentaren op de studies van Wax en Evers, maar niet uit die op de studies van De Jonge (2009), Janssen en de Birthplace in England group. Ook geven ze meer voorbeelden van het selectief gebruik van bewijs door tegenstanders dan door voorstanders van de thuisbevalling. Dit lijkt toch een beetje op het framen van de lezers – die veelal geen kennis zullen hebben van het onderwerp – in de richting van de voordelen van de thuisbevalling.

Dit neemt niet weg dat de aanbeveling om als frenemies gezamenlijk onderzoek te doen liever vandaag dan morgen moet worden nagevolgd. Die aanbeveling zou ik willen uitbreiden naar het elkaar inzicht geven in de ins en outs van de gebruikte methoden bij reeds verrichte onderzoeken. Dit heeft tot doel kennis te genereren die vrouwen kan helpen in het maken van een werkelijk geïnformeerde persoonlijke keuze voor de plek van hun eigen bevalling.