De latente fase van de baring is voor veel vrouwen een onzekere periode. Het is onbekend of een zorgmodel of setting waarin de verloskundige werkzaam is, invloed heeft op hoe de vrouw de begeleiding tijdens de latente fase ervaart.

In deze Australische gerandomiseerde studie verrichtten de onderzoekers een sub-analyse van vrijetekst antwoorden van vrouwen op open vragen naar hun ervaringen met begeleiding tijdens de latente fase.

Vrouwen waren gerandomiseerd voor caseload verloskunde of standaard zorg. Voor caseload vrouwen was de eigen verloskundige de telefonische contactpersoon tijdens de baring.

De vrouwen die standaard zorg ontvingen, zochten contact met een onbekende klinische verloskundige, telefonisch of door zich te melden in het ziekenhuis. Huisbezoeken in de latente fase werden niet uitgevoerd in de setting waarin de studie uitgevoerd.

De onderzoekers deden een thematische analyse van de antwoorden van 44 vrouwen uit de caseload groep en 40 uit de standaard zorggroep. De deelnemers waren 20-35 jaar oud. Beide groepen bevatten vooral primipara (33 vs 31). Voor alle vrouwen was een ziekenhuisbevalling de norm.

Drie thema’s beschrijven de ervaringen van de vrouwen uit de caseload en de standaard zorggroep:

  1. ’Toestemming’. Alle vrouwen ervaren het allereerste contact met de verloskundige tijdens de latente fase als het moment waarin zij toestemming moeten vragen naar het ziekenhuis te mogen komen, ongeacht hun eigen behoefte.
  2. ‘Ik doe het verkeerd’. Het tweede thema beschrijft de reacties van de verloskundige zoals: je komt te vroeg, je doet het niet goed, het komt niet goed uit dat je belt/komt.
  3. ’Afwimpelen’. Dit thema beschrijft het gevoel van vrouwen dat ze niet serieus genomen worden en onvoldoende onderkenning ervaren van hun behoefte aan ondersteuning in hun pijnbeleving en lichamelijke ongemakken tijdens de latente fase.

De auteurs concluderen dat in beide zorgmodellen de vrouwen begeleiding tijdens de latente fase als onvoldoende ervaren. Het probleem lijkt met name te zitten in de telefonische triage. De auteurs raden aan om huisbezoeken te implementeren in de caseload verloskunde en de ervaringen van vrouwen te evalueren.