Foetale therapie kan de prognose voor kinderen die geboren worden met spina bifida verbeteren, maar gaat ook gepaard met risico’s voor moeder en kind. In dit artikel willen we een gebalanceerde samenvatting en beoordeling geven van de huidige wetenschappelijke kennis over foetale therapie voor spina bifida. Hiermee hopen we ondersteuning te bieden aan zorgverleners die betrokken zijn bij de zorg voor vrouwen die zwanger zijn van een kind met spina bifida. We hebben gebruikgemaakt van de kennis en expertise van deskundigen uit de diverse disciplines die zich bezighouden met de pre- en postnatale zorg voor kinderen met spina bifida. Voor de wetenschappelijke onderbouwing zochten we in PubMed naar publicaties met de zoektermen ‘spina bifida’, ‘myelomeningocele’, ‘neural tube defect’, ‘fetal surgery’ in de periode van 1 januari 1980 tot en met 31 maart 2012.

Foetale chirurgie verbetert de neurologische uitkomst bij een selecte groep ongeboren patiënten met spina bifida. Dit gaat echter wel gepaard met een verhoogde kans op vroeggeboorte en op complicaties in de huidige en eventueel volgende zwangerschappen. Voor de Nederlandse zwangere is er de mogelijkheid te worden verwezen naar het ziekenhuis Gasthuisberg in Leuven voor foetale behandeling van spina bifida.

LEERPUNTEN

  • Foetale chirurgie kan bij een selecte groep ongeboren patiënten met spina bifida een verbetering van de neurologische uitkomst geven.
  • Foetale behandeling gaat wel gepaard met een verhoogde kans op vroeggeboorte en op complicaties in de huidige en eventueel volgende zwangerschappen.
  • Ondanks de positieve resultaten voor één gerandomiseerd onderzoek moet foetale therapie voor spina bifida in Nederland vooralsnog niet worden gezien als standaardzorg.
  • Counseling over foetale therapie voor spina bifida moeten plaatsvinden in een academisch centrum en in een multidisciplinair verband, zodat aanstaande ouders goed
    worden voorgelicht en een weloverwogen keuze kunnen maken.