Uit eerder onderzoek is gebleken dat het darmmicrobioom van vrouwen met type 2 diabetes (DM-2) verschilt ten opzichte van vrouwen zónder DM-2. Dit verschil in darmmicrobioom werd, in mindere mate, ook gezien bij zwangere vrouwen met versus zónder zwangerschapsdiabetes mellitus (GDM).

De samenstelling van het darmmicrobioom blijkt van invloed te zijn op de glucose- en vetstofwisseling en er zijn onderzoeken gedaan naar gebruik van probiotica als behandeling bij DM-2. In een meta-analyse werd een verbetering van het glucose metabolisme gevonden.

De hier besproken Cochrane systematische review heeft als doel trials naar het preventieve effect van het gebruik van probiotica op het ontstaan van zwangerschapsdiabetes (GDM) te bundelen. Er werden zeven gerandomiseerde trials geïncludeerd, waarbij gebruik van probiotica werd vergeleken met een placebo. Vier van de zeven studies werden uitgevoerd onder zwangere vrouwen met overgewicht of obesitas, bij drie studies was gewicht geen exclusiecriterium.

Er werd een meta-analyse uitgevoerd met de gegevens van zes trials, met 1440 deelnemers. Het risico op GDM bleek niet significant te verschillen tussen de probioticagroep en de placebogroep (RR: 0.80; 0.54 – 1.20). Ook werd er geen effect gevonden voor hypertensieve aandoening in de zwangerschap (4 trials, n=955, RR: 1.39; 0.96 – 2.01). Vrouwen die probiotica gebruikten hadden echter wel een verhoogd risico op pre-eclampsie (4 trials, n=955, RR: 1.85; 1.04 – 3.29).

De auteurs concluderen dat gebruik van probiotica niet effectief is om GDM te voorkomen. Vanwege het in deze studie gevonden ongunstige verband tussen probioticagebruik en pre-eclampsie roepen zij op voorzichtig te zijn met probioticagebruik in de zwangerschap. Daarnaast bevelen zij aan om bij acht actief lopende studies naar probioticagebruik in de zwangerschap ook het effect op hypertensieve aandoeningen te analyseren en na te denken over de vraag hoe het verband fysiologisch verklaard kan worden.