In de westerse geboortezorg en maatschappij worden vrouwen met een migratieachtergrond vaak geclassificeerd als een kwetsbare groep. Kwetsbaarheid is gebaseerd op gezondheid- en geboorteuitkomsten en is gedefinieerd door beleidsmakers, onderzoekers en zorgverleners.

Deze Nederlandse studie onderzocht of vrouwen met een migratieachtergrond zichzelf identificeren als kwetsbaar en/of hun eigen mening over of zij kwetsbaar zijn overeenkomt met empirisch vastgestelde risicofactoren. Vervolgens gingen de onderzoekers in gesprek met vrouwen met een migratieachtergrond over hun percepties over en ervaringen met de huidige kwetsbaarheidsclassificatie en -zorgpaden zoals gehanteerd in de Nederlandse geboortezorg.

Met behulp van een gestructureerde vragenlijst over complexe levens factoren, negatieve jeugdervaringen en een kwetsbaarheid zelf-score (een 0-10 score op de vraag: vind u zichzelf kwetsbaar – als niet of moeilijk om kunnen gaan met situaties uit het verleden, heden en/of toekomst), werd kwetsbaarheid op een objectieve en subjectieve manier gemeten.

De vragenlijst werd afgenomen bij 89 niet-westerse zwangere vrouwen. Deze vrouwen waren in de leeftijd van 16 tot 48 jaar, woonachtig in achterstandswijken en hadden een gemiddelde zwangerschapsduur van 23 weken. De 25 participanten in de focusgroep gesprekken waren merendeel eerste-generatie migranten uit een achterstandswijk met een verhoogde R4U score tijdens de laatste zwangerschap.

Tweederde van de 89 vrouwen rapporteert complexe levens factoren en negatieve jeugdervaringen. De zelf-rapportage over eigen waargenomen kwetsbaarheid is positief gecorreleerd met complexe levens factoren (p .002) en met negatieve jeugdervaringen (p .<001).

Vijf thema’s beschrijven de ervaringen en meningen van vrouwen over het hanteren van kwetsbaarheid in de zwangerschap: 1. Gezien en behandeld willen worden als een zwangere vrouw los van socio-demografische karakteristieken; 2. Zorgverleners nemen eigenaarschap en controle over de zwangerschap; 3. Persoonlijke consequenties over delen van persoonlijke informatie met zorgverleners; 4. Angstprojectie van risico door zorgverleners op vrouwen; 5. Omgaan met stigmatisering door de zorgverlener door, met name, zorg mijden.

De auteurs concluderen dat de overeenkomst in objectief en subjectief gemeten kwetsbaarheid suggereert dat zorgverleners kunnen vertrouwen op ervaringskennis van zwangere vrouwen met een migratieachtergrond over hun eigen kwetsbaarheid. De auteurs adviseren dat een gesprek in plaats van een scorelijst een goede optie is om kwetsbaarheid vast te stellen. Een goede relatie tussen de zorgverlener en zwangere vrouw is hiervoor een vereiste.