Binnen de geboortezorg werken voornamelijk vrouwen en veel van hen raken tijdens hun loopbaan zwanger of krijgen kinderen. Net zoals andere vrouwen, kunnen zij persoonlijk getroffen worden door een miskraam of het verlies van een (levenloos) geboren kind. Daarna blijven zij tijdens hun werk geconfronteerd worden met hun eigen ervaring.

Deze scoping review richtte zich op de ervaringen van zorgverleners in de geboortezorg die weer aan het werk gaan na een persoonlijk verlies van een zwangerschap of een foetale of neonatale sterfte.

De onderzoekers vonden tien relevante ervaringsgerichte documenten, zowel wetenschappelijke studies als persoonlijke verhalen. De synthese beschrijft 29 ervaringen van 26 verloskundigen, een verpleegkundige en twee artsen uit Australië, Verenigd Koninkrijk, Verenigde Staten en Zweden.

Vier thema’s komen naar voren: gevoelig liggende vragen van moeders, incidenten in de praktijk, professionele kennis en collegiale ondersteuning. De vraagstelling “Heb jij kinderen?” wordt als ongemakkelijk en soms als pijnlijk ervaren. Verloskundigen geven een ontwijkend antwoord, veranderen het onderwerp van gesprek of vertellen een leugen. Soms is het gevoelsmatig lastig voor verloskundigen om zorg te verlenen aan bijvoorbeeld een vrouw die niet blij is met het geslacht van de baby of wanneer een zwangere vrouw drugs gebruikt of rookt.

Het hebben van professionele kennis leidt soms tot schuldgevoel, zeker wanneer verloskundigen vinden dat ze gebruik hadden moeten maken van hun eigen professionele kennis of expertise om verlies te voorkomen. Verloskundigen waarderen de sensitiviteit van collega’s die soms in kleine dingen waarneembaar is. Dat een collega laat merken dat ze zich de uitgerekende datum of de datum van de geboorte van de baby herinnert, of dat er rekening wordt gehouden wordt met dat het moeilijk is om een (verlos)kamer binnen te gaan waar zij zelf bevallen is.

De auteurs benadrukken met deze studie de aandacht te willen vestigen op een kwetsbare groep zorgverleners die op het werk regelmatig geconfronteerd wordt met hun eigen verlies en rouwproces. Volgens de auteurs kan dit vele jaren gevoelig blijven. De auteurs concluderen dat er meer onderzoek nodig is naar de behoeften van verloskundigen die terugkeren naar het werk na een persoonlijk perinataal verlies. De auteurs pleiten ervoor om ‘goed voor deze groep zorgverleners te zorgen’.