Het doel van deze studie was om de wijze van bevallen en de inzet van interventies te vergelijken tussen laag risico vrouwen in het zorgsysteem van Nederland en Engeland. Hiervoor zijn data van de Birthplace studie in Engeland (april 2008 tot april 2010) gecombineerd met de Nederlandse gegevens uit Perined (2009).

Vrouwen in Engeland met een laag risico die thuis wilden bevallen (16.470) of in een vrijstaand eerstelijns geboortecentrum (11.133) werden vergeleken met Nederlandse vrouwen die een thuisbevalling planden (40.468). Engelse laag risico vrouwen die in een geboortecentrum in het ziekenhuis (16.418) of in de tweede lijn (19.096) bevielen werden vergeleken met Nederlandse vrouwen die een poliklinische bevalling planden (37.887). Voor alle vergelijkingen is gecorrigeerd voor leeftijd, zwangerschapsduur, socio-economische positie en etniciteit.

Engelse vrouwen die in de tweede lijn bevallen hebben een grotere kans op een sectio dan Nederlandse vrouwen die poliklinisch bevallen (primi: aOR 1.89; 1.64-2.18 en multi: aOR 3.66; 2.90-4.63). Het percentage vrouwen dat een kunstverlossing krijgt varieert tussen de verschillende groepen van 10,7% tot 22,5% onder primi- en tussen de 0.9% en 5.7% onder muliparae. De percentages zijn lager in de Engelse groepen, behalve bij de groep die een bevalling in de tweedelijn plant. In de Engelse groepen worden minder vrouwen overgedragen dan in vergelijkbare Nederlandse groepen, minder vaak bijgestimuleerd en krijgen vrouwen minder vaak een episiotomie. Wel wordt in de meeste vergelijkingen in de Engelse groepen meer epidurale pijnstilling toegediend.

De auteurs stellen dat de groepen op elkaar lijken, maar er wel degelijk verschillen zijn. Aspecten zoals pijnstilling, werkdruk, organisatie van zorg en obstetric-led care kunnen mogelijk gedeeltelijk de gevonden verschillen verklaren. Overall concluderen de onderzoekers dat er voordelen zijn aan bevallen in een “midwife-led” setting voor laag risico vrouwen.

Verder onderzoek is nodig naar de mogelijkheden om het aantal interventies bij laag risico vrouwen in de tweede lijn in Engeland terug te dringen en om in Nederland het aantal onnodige verwijzingen, episiotomieën en bijstimulaties bij laag risico vrouwen te verminderen.