In 1977 waren er ongeveer 2700 regulier gevestigde huisartsen verloskundig actief. Daarna is het aantal teruggelopen tot 1120 in 1998 en 465 in 2002. De vraag is nu of dat aantal in de afgelopen 10 jaar verder is gedaald, mede gezien de toename van het aantal eerstelijnsverloskundigen (van 1125 in 2000 naar 1608 in 2010).

De beschreven resultaten zijn gebaseerd op een eigen analyse van het NIVEL van gegevens van het CHBB en het NIVEL.

Eind 2011 waren er waarschijnlijk minimaal 168 en maximaal 458 verloskundig actieve huisartsen. De verloskundig actieve huisarts is dus zeker niet uitgestorven. Het aandeel van de huisartsen in de bevallingen zoals kan worden geschat op basis van de landelijke verloskunderegistratie lijkt tegelijkertijd wel te zijn gedaald van ongeveer 5% in 2002 tot 0,5% in 2008. Het gaat dan om ongeveer 1000 bevallingen per jaar. Als er zo’n 400 verloskundig actieve huisartsen zijn, dan is het aantal bevallingen per jaar per verloskundig actieve huisarts ongeveer 2,5. Bij 200 verloskundig actieve huisartsen gaat het om gemiddeld 5 bevallingen per huisarts per jaar.

Verschenen in Huisarts & Wetenschap, 55(3) maart 2012 – 131.