Al jaren geleden is de perinatale sterfte vooral bij de geboorten buiten kantooruren sterk afgenomen. Toch heerst sinds het artikel ‘Beter baren’ (2008) nog steeds het idee dat de obstetrische zorg in de avond, nacht en weekenden tekortschiet. De perinatale sterftecijfers geven geen aanleiding tot grote ingrepen als concentratie van de obstetrische zorg.

Ook zonder kostbare reorganisaties is het mogelijk om buiten kantooruren eenzelfde kwaliteitsniveau te bereiken als overdag, bepleiten Van der Leeuw-Harmsen en Schaaf. Recentere cijfers over de periode 2004-2008 laten immers geen verschil zien in babysterfte tussen dag en nacht. Met name in ziekenhuizen zonder opleiding voor nieuwe gynaecologen en ziekenhuizen met een neonatale intensivecare-unit is tussen 2004 en 2008 de nachtelijke sterfte afgenomen. Ten opzichte van de periode van 2000 tot 2004 zakte de sterfte tijdens de nacht daar met 25 respectievelijk 34 procent.

De auteurs denken dat de verbetering van de nachtelijke zorg al voor 2008 in gang is gezet. Er zijn bijvoorbeeld meer verloskundigen in dienst van het ziekenhuis gekomen. De voor Nederland negatieve Peristat-publicaties met vergelijkingen met andere landen, hebben er ook voor gezorgd dat alle betrokken zorgverleners scherper zijn geworden op veiligheid. ‘Grootschalige ingrepen in het verloskundig zorgsysteem zijn dan ook niet op zijn plaats’, aldus Van der Leeuw-Harmsen en Schaaf.

Het artikel is verschenen in Medisch Contact, 31 januari 2013, 68 nr. 5 (252-254)