Bij 5% ligt een van beide tweelingkinderen tijdens de baring dwars. In Nederland betreft dat jaarlijks circa 350 kinderen. Globaal worden jaarlijks 150 versie en extracties (V&E) verricht, merendeels bij prematuren (PRN). 50  Jaar geleden behoorde de V&E nog  tot de artsexamenstof. Door de geringe incidentie kan men maar weinig ervaring met de V&E opdoen. Zo werd in  de Groningse Universiteitskliniek  tussen  1990  en 2007  15 maal een V&E verricht bij een vaginale partus. Elders  zijn  er  soms  jaarlijks  5  à  10.  In het Amsterdamse AMC werden over een periode van 22 jaar iets meer dan 100 2de kinderen van een gemelli met versie en extractie geboren  (of ongeveer 5 per  jaar). Retrospectief werden  geen  aanwijzingen  gezien  dat de  ingreep  de  kans  op  sterfte  verhoogde  (gecorrigeerd voor zwangerschapsduur en gewicht).

“Een sectio op de  tweede van een  tweeling  is meestal  onnodig”  Vrijwel de  enig  overgebleven  indicatie voor een gecombineerde  in- en uitwendige versie en extractie  aan  de  stuit  is  een  niet  in  lengteligging  te keren  dwarsligging  bij  de  tweede  van  een  tweeling. Dan  is  stuitextractie  voorafgegaan  door  een interne versie – in ervaren handen – de beste bevallingswijze (LE B). Desondanks wordt soms voor een secundaire sectio  gekozen  vanwege  onzekerheid,  en  ontbrekende randvoorwaarden. Toch blijkt V&E een veilige ingreep mits uitgevoerd onder “ideale” omstandigheden. Dan blijkt de ingreep vaak verrassend eenvoudig te verlopen en bespaart dat de sectiorisico’s nu en in de toekomst. Behoud van de techniek is daarom wenselijk, al is het maar voor zeldzame noodgevallen. Die ervaring kan alleen verworven en onderhouden worden  door  systematisch  fantoomonderricht  en oefeningen. De  instructies  in de huidige  leerboeken zijn nogal summier. Daarom wordt na een historisch overzicht (deel 1) een praktische handreiking gegeven door een systematisch overzicht van de  techniek en de logistieke voorwaarden.(deel 2).