Het Nederlands verloskundige systeem kenmerkt zich door onderscheid te maken tussen vrouwen met een laag risico op complicaties waarbij de eerstelijns verloskundige eindverantwoordelijk is voor de zorg en vrouwen met een verhoogd risico waarbij de gynaecoloog de zorg overneemt. De meeste professionals en stakeholders zijn het erover eens dat zwangeren gebaat zijn bij meer continuïteit van zorg [1]. Verschillende initiatieven zijn al genomen om de verloskundige zorg tussen eerste- en tweede lijn beter op elkaar aan te laten sluiten in een integraal verloskundig zorgsysteem[2]. Er is echter geen consensus over de beste verloskundige organisatie [1]. Door sommigen wordt het ‘shared care’ model aanbevolen om de scheiding tussen de eerste- en tweedelijns verloskundige zorg op te heffen [3]. Bij ‘shared care’ hebben professionals een gezamenlijk gevoel van verantwoordelijkheid voor zwangeren en continuïteit van zorg wordt gewaarborgd doordat een casemanager (een verloskundige of gynaecoloog) de zorg van zwangerschap tot en met de kraamperiode coördineert. Wij menen dat zwangeren erbij gebaat zijn als zij zoveel mogelijk continue zorg ontvangen van een klein team verloskundigen waarbij, in geval van risico’s, soepel wordt samengewerkt met een gynaecoloog. Op deze manier wordt op een doelmatige manier gebruik gemaakt van de expertise van beide disciplines: verloskundige zorg waar het kan, gynaecologische zorg waar het moet [6]. Een recent herziene Cochrane review ondersteunt deze visie [4].