Er zijn verschillende interpretaties over wat woman-centred care is of zou moeten zijn en hoe dit in de verloskunde praktijk uitgevoerd zou moeten worden. Om tot een eenduidige werkdefinitie te komen verrichtten Nederlandse onderzoekers een geavanceerde concept-analyse.

Literatuur werd bestudeerd om de verschillende componenten van het concept woman-centred care te identificeren, te doorgronden, te evalueren en vervolgens te construeren in een definitie.

Een aantal aspecten bleek karakteristiek voor woman-centred care:

(1) De dynamische en wederkerige vrouw-verloskundige relatie;

(2) Het gelijkwaardige belang van gezondheid/ geboorte uitkomsten en de ervaringen van de vrouw;

(3) Intrinsiek maakt extrinsiek – woman-centred care is een filosofie die eerst eigen gemaakt moet worden voordat zorg conform de filosofie gegeven kan worden;

(4) Protocollen vormen een barrière voor woman-centred care;

(5) Wederzijdse erkenning en respect voor elkaars expertise – de vrouw als expert van haar lichaam en leven, de verloskundige als expert van zwangerschap en geboorte;

(6) Medemenselijkheid en holisme;

(7) Afwezigheid van woman-centred care leidt tot medicalisering;

(8) Er is weinig ruimte en aandacht voor de partner en/of (ongeboren) kind;

(9) De vrouw is geen consument;

(10) Het is een zeer bewuste keuze van de verloskundige om woman-centred care te willen verlenen – er is altijd een aanwijsbare oorzaak waarom een verloskundige kiest voor deze filosofie van zorg;

(11) Het caseload model past bij woman-centred care;

(12) Nadruk op gezondheid(vaardigheden) en fysiologie;

(13) De mate van gelijkwaardigheid tussen de vrouw en verloskundige fluctueert – afhankelijk van de omstandigheden en behoefte aan controle;

(14) Woman-centred care onderscheidt zich van client-centred care, patient-centred care en family centred care;

(15) Woman-centred care is geassocieerd met het bio-psychosociaal model en niet met het medische model.

Dit leidde tot de volgende definitie: Woman-centred care is een filosofie en een welbewuste manier van verloskundige zorg. De samenwerkingsrelatie tussen de vrouw – een individu in een eigen context – en de verloskundige – een individu en professional – wordt gevormd door medemenselijkheid en interactie, met (h)erkenning van elkaars expertise en zijn. Er is een duale en gelijkwaardige focus op zowel de individuele ervaring, mening en gezondheidsvaardigheden van de vrouw als op gezondheid en welbevinden van moeder en kind.

De auteurs concluderen dat ondanks dat de term ‘woman-centred care’ enigszins misleidend is omdat de vrouw-vroedvrouw relatie centraal staat en niet de vrouw, de huidige definitie een handvat biedt voor praktijkvoering en onderwijs. De rol van het (ongeboren) kind in deze zorgrelatie zou verder onderzocht moeten worden.