Symptomen van angst en/ of depressie prenataal (SADP) komen bij een op de vijf zwangere vrouwen voor. SADP wordt in de literatuur geassocieerd met onder andere vroeggeboorte, postnatale depressie, laag geboortegewicht en gedragsproblemen bij het kind. Nederlandse onderzoekers wilden weten hoe het komt dat zwangere vrouwen SADP niet bespreken en waarom er relatief weinig vrouwen met serieuze klachten behandeld worden.

Tussen maart 2017 en september 2018 vulden 1439 vrouwen in hun tweede trimester en onder eerstelijns verloskundige zorg online vragenlijsten in. Er was sprake van SADP (n=318; 22%) bij een score van ≥10 op de EPDS (depressievragenlijst) en/ of een score van ≥40 op de STAI-S (angst-vragenlijst).

De vervolgvraag ‘heeft u verschijnselen van depressie of gevoelens van angst ervaren tijdens uw zwangerschap’ beantwoordden 231 vrouwen positief. Bij 15% van deze vrouwen werd een vorm van behandeling, meestal psychotherapie, ingezet. De meest genoemde reden om niet in behandeling te gaan was dat de vrouwen vonden dat SADP ‘bij een zwangerschap hoort’ (71%). Verwijzing door de verloskundige werd genoemd als een bevorderende factor om in behandeling te gaan (16%).

Voor 59% van alle 1439 vrouwen gold dat het bespreken van SADP makkelijker werd als de verloskundige er expliciet naar vroeg. Voor 23% van de vrouwen was het niet-vragen van de verloskundige naar psychisch welzijn een belemmering om het bespreekbaar te maken.

De auteurs geven enkele aanbevelingen aan verloskundigen naar aanleiding van de resultaten, variërend van routine screening op SADP tot psycho-educatie voor zwangeren en hun partners. Zij pleiten voor het tijdig signaleren van SADP en indien nodig verwijzen voor behandeling.