De wetenschappelijke  literatuur  over  verslaving  aan gammahydroxyboterzuur  (GHB)  tijdens  de zwangerschap is zeer beperkt. Wij presenteren een 30-jarige primigravida met  een GHB-verslaving  die werd verwezen naar de POP-poli (psychiatrie, obstetrie, pediatriepoli) van Gelre Ziekenhuizen Apeldoorn, waarbij het  vooraf  opgestelde  behandelplan  in  de  praktijk niet kon worden gevolgd. Het POP-team koos ervoor zonder gedwongen afkicktraject de zorg voor moeder en kind  te optimaliseren. Met deze casus willen we aandacht  vragen  voor  de  GHB-verslaafde  zwangere en handvatten bieden aan toekomstige behandelaars van moeder en kind.

Aanbevelingen
In bovenstaande casus was er sprake van een zwangere met  een  GHB–verslaving,  die  daarnaast  speed en cannabis gebruikte  tijdens de zwangerschap. Patiënte was niet gemotiveerd om af  te kicken en vertoonde  zorgmijdend  gedrag.  Het  vooraf  opgestelde behandelplan  kon  hierdoor  in  de  praktijk  niet gevolgd worden. Het POP-team koos ervoor zonder gedwongen afkicktraject de zorg voor moeder en kind te optimaliseren. Naar aanleiding  van onze ervaring geven we enkele aanbevelingen voor de begeleiding van GHB-verslaafde zwangeren.

• Screen op vaste  tijdstippen op drugsgebruik, maar besef dat de waarde van de bevindingen onduidelijk is. Door de korte halfwaardetijd van GHB en mogelijk afzien van inname voor de test is GHB niet altijd te detecteren. Daarnaast scheiden chronische gebruikers en zwangere vrouwen hogere concentraties GHB in de urine uit dan niet-zwangere vrouwen. Om valspositieve  testuitslagen  te  vermijden  wordt  geadviseerd om de GHB-concentratie te corrigeren voor de kreatinineconcentratie of een hogere afkapwaarde te nemen. In  bovenstaande  casus  werd  GHB-gebruik in de urine bepaald met behulp van GC-MS (gaschromatografe met  massaspectrometrie)  waarbij  GHB wordt  omgezet  in  gamma-butyrolacton  (GBL)  en  de som van omgezette GBL en natuurlijk GBL vervolgens wordt  gemeten. We  hanteerden  een  hoge  detectiegrens van 10 mg/l. Houd er tevens rekening mee dat een verslaafde zwangere – net als  in de casus – mogelijk meerdere verschillende typen drugs tijdens de zwangerschap gebruikt.
• Overweeg en bespreek afkicken tijdens de zwangerschap. De foetus loopt mogelijk meer schade op door hoge doses benzodiazepines, dan door GHB-gebruik.Bovendien kan eventuele continuering van het GHB-gebruik  naast  de  benzodiazepines  tot  epileptische insulten  en  ademdepressie  leiden  waarvoor IC-opname noodzakelijk kan  zijn. Waarschijnlijk  is  in de toekomst  afkicken  via medicinaal  gebruik  van GHB een mogelijkheid.
•  Monitor  het  welzijn  van  het  kind.  Bij  verslaafde zwangeren is er een verhoogde kans op intra-uteriene  groeiretardatie,  vroeggeboorte  en  intra-uteriene vruchtdood.  Daarom  zijn  regelmatige echografsche controles  geïndiceerd.  Na  de  geboorte moet  bij  de  neonaat  rekening  gehouden  worden met  onttrekkingssymptomen.  Een  associatie  tussen  prenatale  expositie aan GHB en perceptief gehoorverlies is niet uit te sluiten.

• Houd rekening met zorgmijding. Het behandelteam dient zich fexibel op  te stellen, om zoveel mogelijk het voorgestelde behandelplan te kunnen uitvoeren. Door  zorgmijding  goed  te  registreren  kan  een inschatting worden gemaakt of een succesvolle ouder-kind relatie mogelijk is.
•  Bundel  en  deel  expertise.  Het  verdient  aanbeveling  om  zwangeren  met  verslavingsproblematiek en/of  zorgmijdend  gedrag  in  een  multidisciplinair (POP)  team  te begeleiden om de  zorg  voor moeder en kind zo goed mogelijk  te coördineren. Het nauw samenwerken  van  de  kinderarts,  gynaecoloog  en psychiater  leidt  tot een daadkrachtiger  team waarin beslissingen sneller genomen kunnen worden.