Rouhe H, Slamela-Aro K, Toivanen R et al. Obstetric outcome after intervention for severe fear of childbirth in nulliparous women – randomised trial. BJOG 2012; DOI: 10.1111/1471-0528.12011.

Directe link naar de samenvatting van het artikel

Angst voor de bevalling (FOC) komt voor bij 6-10% van alle zwangeren. Ernstige FOC kan, als het onbehandeld blijft, leiden tot een verzoek om een sectio. Uit eerder onderzoek is gebleken dat individuele of groepstherapie effectief is in het voorkomen van sectio vanwege FOC. Tussen oktober 2007 en augustus 2009 vulden 4.575 nulliparae uit de universiteitskliniek Helsinki de Wijma Delivery Expectancy Questionnaire (W-DEQ-A) in. De vragenlijst werd ingevuld in het eerste trimester van de zwangerschap. 8,1% scoorde hoog op FOC (n=371). Er werd geen angsten depressie vragenlijst ingevuld. Vrouwen met ernstig FOC (score 100) werden gerandomiseerd in groepsgewijze psycho-educatie enerzijds (n=131) en standaard behandeling anderzijds (n= 240). Als uitkomst werd gekeken naar vaginale baring entevredenheid.

De interventie bestond uit zes prenatale en één postnatale groepsbijeenkomst met maximaal zes deelnemers. In de bijeenkomsten werd telkens een thema besproken en werden de deelnemers met ontspanningsoefeningen voorbereid op de diverse stadia van de bevalling. Naast angst en het proces van de bevalling werden ook thema’s als ouderschap en veranderingen in de relatie behandeld.

Niet alle vrouwen uit de interventiegroep namen deel aan de groepstherapie (90 van de 131). Vrouwen in de interventiegroep hadden vaker een spontane vaginale baring dan vrouwen in de controlegroep: 63,4% versus 47,5% (p=0.005) en minder vaak een sectio: 22,9% versus 32,5% (p=0.05). Vrouwen die aan de interventie hadden deelgenomen (n=83) waren drie maanden post partum vaker tevreden over hun bevalling: 36,1% versus 22,8% (n= 136) (p=0.04).