Steeds minder zwangere vrouwen zien tijdens hun hele zwangerschap en bevalling dezelfde verloskundige. Promovendus Renate Simmelink onderzoekt hoe we continuïteit van zorg kunnen behouden én verduurzamen, want de voordelen voor moeder, kind en verloskundige zijn overtuigend.

Tekst: Eveline van Herwaarden

“De kans dat je tijdens je zwangerschap of bevalling wordt overgedragen aan een andere zorgverlener is steeds groter geworden,” zegt Renate Simmelink, promovendus bij de afdeling verloskundige wetenschap van Amsterdam UMC, AVAG en UMCG. Als ervaren verloskundige in de eerste en tweede lijn ziet ze zelf ook hoe de Nederlandse geboortezorg verandert. “Het percentage verwijzingen naar de tweede lijn stijgt al jaren en solo- of duopraktijken hebben plaatsgemaakt voor grote groepspraktijken. Deze ontwikkelingen gaan ten koste van de continuïteit.” Ze doelt daarbij vooral op continuïteit van persoon, ook wel relationele continuïteit genoemd. Simmelink: “Eén verloskundige, of een klein team, waar je van begin tot eind een persoonlijke band mee opbouwt, is in Nederland een uitzondering geworden.”

Betere zorguitkomsten

In de COMIC-studie (COntinuity of MIdwifery Care), die voortkomt uit een project van de KNOV, onderzoekt Simmelink vooral de implementatie van vormen van continuïteit van zorg. Uit eerder onderzoek was al bekend dat relationele continuïteit betere zorguitkomsten oplevert voor moeder en kind. Simmelink: “Het biedt bovendien hogere cliënttevredenheid en meer werkplezier onder verloskundigen. Gezien het hoge verloop in onze beroepsgroep ook een belangrijk punt.” Simmelink interviewde veel verloskundigen, uit praktijken die al iets hadden geïmplementeerd of wilden implementeren, maar ook die geen continuïteit van zorg bieden. “Eigenlijk geven ze allemaal aan: het is ‘de kers op de taart’ om een bevalling te begeleiden van iemand die je goed kent. Ze herkennen dat het voor beide partijen prettiger werkt. Toch is het moeilijk te implementeren.”

Zowel werkzaam als duurzaam

In een zogenoemde realist review keek Simmelink niet alleen naar factoren die continuïteit van zorg belemmeren of bevorderen, maar vooral naar onderliggende mechanismen. “Pas als je goed zicht hebt op die onderliggende mechanismen, kun je er wat aan veranderen.” Bekend is bijvoorbeeld dat de werk-privé balans een rol speelt, aangezien continuïteit van zorgverlener een hogere beschikbaarheid vraagt van verloskundigen. Simmelink: “We zien nu dat veel ervaren eerstelijns verloskundigen overstappen op planbare zorg, terwijl de diensten door jongere verloskundigen en verloskundigen in opleiding worden gedaan. Daarmee verlies je waardevolle ervaring, wat kan leiden tot meer verwijzingen en interventies. Wij onderzoeken daarom hoe je continuïteit en caseload werken kunt vormgeven op een manier die zowel werkzaam als duurzaam is. Bijvoorbeeld in duo’s, of in een netwerk van caseloaders waarbij je elkaars achterwacht bent.”

Juist goedkopere zorg

Caseloadverloskundigen besteden meer tijd aan een cliënt. Omdat je in Nederland per zwangerschap betaald krijgt, verdienen zij in verhouding minder. “Dat is een enorme belemmering voor het leveren van continuïteit van zorg,” zegt Simmelink. “In een economische evaluatie onderzoeken we de kosten en economische baten. Als caseloadzorg de norm zou zijn, en verloskundigen daarvoor eerlijk betaald krijgen, wordt er weliswaar meer tijd besteed aan de cliënt, maar er worden ook kosten bespaard. Door het leveren van continuïteit heb je minder verwijzingen, minder interventies, betere zorguitkomsten en minder uitstroom van personeel. Als je er op die manier naar kijkt, zou het juist goedkopere zorg kunnen opleveren.”

Mooie oplossingen

Vanuit COMIC worden in enkele praktijken en regio’s nieuwe vormen van continuïteit geïmplementeerd, bijvoorbeeld caseloadzorg vanuit de reguliere verloskundepraktijk aan vrouwen in kwetsbare omstandigheden. Simmelink: “We onderzoeken ook hoe je als eerstelijnsverloskundige betrokken kan blijven als er toch een overdracht is. Zo is er bij langdurig gebroken vliezen of meconiumhoudend vruchtwater nu zwart-wit een overdracht naar de tweede lijn. Maar hoe kunnen we regelen dat de eigen verloskundige in dit soort situaties de zorg blijft leveren?”

Inspiratie uit het buitenland

Simmelink laat zich in het zoeken naar oplossingen inspireren door mooie voorbeelden uit het buitenland. “Zo gaat in Nieuw-Zeeland de eerstelijnsverloskundige bij milde medische indicaties mee naar het ziekenhuis en blijft die verantwoordelijk voor het bieden van zorg. Ook in Zweden en Denemarken is caseloadzorg actueel, maar dan vanuit het ziekenhuis. Caseloadteams komen bij mensen thuis, juist bij vrouwen met medium- of high-risk indicaties. Het leidt overal tot betere uitkomsten.”

Kleine teams

In de ideale wereld van Simmelink vormen de eerste en tweede lijn kleine teams, met vaste gynaecologen, klinisch verloskundigen en eerstelijns verloskundigen. Zij staan dichtbij de vrouw, weten hoe zij leeft en waar ze tegenaan loopt en bieden goede, continue zorg op maat. Juist door de COMIC-studie weet Simmelink ook hoe complex het is. “Ik begrijp waarom veel verloskundigen nu geen continuïteit bieden, maar probeer vooral te kijken naar wat wel kan. Om dingen te veranderen, moeten we buiten de kaders durven te denken en gaan.”

Vanuit COMIC volgen nog meer publicaties die daarbij kunnen helpen. Zoals de economische evaluatie en een artikel over hoe vrouwen continuïteit van zorg ervaren. Simmelink: “En deze zomer komt er een document met praktische actiepunten voor verloskundigen, VSV’s, beleidsmakers en opleidingen. Zo maken we concreet wat je nu al kunt doen.”