Ingrijpende gebeurtenissen liggen op de loer in de geboortezorg. De schaal waarop geboortezorgverleners last hebben van heftige incidenten verbaasde hoogleraar Marianne Nieuwenhuijze toch nog. Op basis van haar onderzoek pleit zij voor meer informele inhoudelijke support door collega’s én voor rust.

Tekst: Margit Kranenburg

“Twintig procent van de zorgverleners meldt zich ziek na het meemaken van een ingrijpende gebeurtenis. Ook verandert uiteindelijk twintig procent van baan.” Hoogleraar Midwifery aan de Universiteit Maastricht Marianne Nieuwenhuijze noemt de cijfers om direct het belang van haar onderzoek te onderstrepen. Zij heeft daarmee in kaart gebracht wat ingrijpende gebeurtenissen doen met de zorgverleners in de geboortezorg.

Leven en dood

De woorden ‘ingrijpende gebeurtenis’ vormen een soort containerbegrip. Volgens de onderzoeker is er geen strakke definitie. Het hoeft niet direct te gaan over zaken van leven en dood. “De impact is niet te relateren aan de gebeurtenis. Het is aan degene die het overkomt, zowel de vrouw als de zorgverlener,” vertelt Nieuwenhuijze. “Als zorgverlener kun je denken dat je bij een soepele bevalling was, maar de vrouw kan die anders kleuren. Andersom kan bij een overleden kind de bevalling en de zorg eromheen als goed en mooi worden ervaren.”

Voor het onderzoek hebben Nieuwenhuijze en collega’s uit recente literatuur een overzicht gedestilleerd. Daaruit blijkt dat er toch één gebeurtenis is die zorgverleners zonder uitzondering als heel heftig ervaren: het overlijden van de moeder. “Maar ze vinden het ook ingrijpend als een vrouw grof wordt bejegend door een collega. Ze schamen zich dan en vaak is er ook wat machtsverschil met de collega waardoor ze niet veel kunnen doen.”

Weinig gehoor

Uit haar onderzoek blijkt volgens Nieuwenhuijze dat zorgverleners niet altijd goed op een informele manier hun verhaal kwijt kunnen bij collega’s. “Op de werkvloer is er vaak snel een beschuldigende sfeer. Natuurlijk worden heftige casussen later uitgebreid inhoudelijk besproken bij een audit, maar dat is heel spannend. Je mag dan niet vingerwijzen, maar zorgverleners voelen zich daar kwetsbaar en niet gesteund.”

Op basis van haar bevindingen noemt Nieuwenhuijze enkele concrete aanbevelingen om geboortezorgverleners te ondersteunen. Zij ziet om te beginnen wel wat in het Deense model. “Daar krijgen geboortezorgverleners twee buddy’s die heel laagdrempelig en informeel met je napraten als je iets heftigs hebt meegemaakt. Daar hoef je dan ook niet om te vragen, een buddy zou zelf vrij snel na de gebeurtenis contact met je moeten opnemen.”

Opleiding

Nieuwenhuijzes pleidooi voor een vorm van intercollegiale opvang vlak na een ingrijpende gebeurtenis klinkt vaker. De omgang met heftige incidenten verdient volgens Nieuwenhuijze ook een plek in de opleidingen. “We moeten het er daar al over hebben, dat je als verloskundige of gynaecoloog ingrijpende gebeurtenissen gaat meemaken en hoe je daarmee kunt omgaan.”

Rust

Nieuwenhuijze zoomt ook iets uit. Hoe kun je voorkomen dat je veel last krijgt of lang last houdt van heftige incidenten? “Even rust direct na een gebeurtenis zou kunnen helpen. Misschien een heftig voorbeeld, maar een machinist van de NS mag niet doorwerken als hij een suïcide heeft meegemaakt. In de zorg moet je vaak doorwerken direct nadat je iets heftigs hebt meegemaakt.”

Personeelskrapte gaat niet echt samen met medewerkers die rust nemen. Toch is dat volgens de onderzoeker nodig om te voorkomen dat zorgverleners zich ziek melden of van baan veranderen. Nieuwenhuijze: “Geboortezorgverleners blijven zich soms lang afvragen of ze wat anders hadden moeten doen en wat ze dan anders hadden moeten doen. Ze willen met collega’s eindeloos de gebeurtenis blijven bespreken. Ze hebben de neiging zich schuldig te blijven voelen. Met een beetje afstand van het werk, kun je rustig reflecteren op je rol tijdens de ingrijpende gebeurtenis en jezelf zo nodig vergeven. Want ook voor zorgverleners geldt: je bent ook maar een mens.”

Meer informatie: The impact of severe perinatal events on maternity care providers: a scoping review

Verloskundige Caroline Jongen: ‘Je werk zou niet moeten worden beheerst door angst’

“Na het meemaken van een tweede ingrijpende gebeurtenis kwam ik met angstklachten thuis te zitten. Het was een optelsom. Ik had na al die jaren een rugzak die vrij vol zat met vervelende situaties. De combinatie van deze heftige casus met mijn overgangsklachten bleek de druppel. Zo’n buddysysteem na het meemaken van een ingrijpende gebeurtenis vind ik een goed voorstel voor de jongere collega’s. Ik heb zelf nu meer aan een psycholoog, aan iemand met meer bagage dan een collega. Ik heb ook EMDR gekregen, dat hielp, en ik wacht nu op goede psychologische hulp. Ingrijpende gebeurtenissen zullen er altijd zijn. Maar je werk zou niet moeten worden beheerst door angst, zoals angst voor de ouders die een schuldige zoeken. De druk in de geboortezorg is nu dusdanig groot, je bent daardoor al minder weerbaar tegen heftige situaties. Als dan in het heetst van de strijd direct een schuldige wordt aangewezen is dat heel naar. Ook al wordt het later rechtgebreid. Gelukkig heb ik fijne collega’s in een veilige praktijk. Maar het lastige blijft dat veel vrouwen toch zorgtypes zijn en te veel blijven doen. De druk keert zich tegen je. En als het dan ook in je persoonlijkheid zit om je snel schuldig te voelen, dan val je uit.”