Overleving na congenitale afwijkingen
Er is weinig bekend over de overleving op langere termijn van kinderen met één of meer congenitale afwijkingen. In deze Britse studie is gebruik gemaakt van gegevens uit de NorCAS (UK Northern Congenital Abonormality Survey) van 10.964 kinderen, geboren tussen 1985 en 2003.
20-year survival of children born with congenital anomalies: a population-based study
Tennant PWG, Pearce MS, Bythell M, Rankin J. The Lancet: published online January 20, 2010.
Er is weinig bekend over de overleving op langere termijn van kinderen met één of meer congenitale afwijkingen. In deze Britse studie is gebruik gemaakt van gegevens uit de NorCAS (UK Northern Congenital Abonormality Survey) van 10.964 kinderen, geboren tussen 1985 en 2003. De ‘survival status’ van 10.850 (99%) kinderen kon worden achterhaald. Het artikel, dat online gepubliceerd is, bevat een overzicht van overleving na 1 en 4 weken, 1, 5, 10, 15 en 20 jaar. Het overzicht geeft waardevolle informatie aan families en gezondheidszorgmedewerkers. De afwijkingen zijn volgens de EUROCAT-richtlijnen gecategoriseerd per groep (dwz aangedaan systeem, bv cardio vasculair) en per subtype (de afwijking zelf, bv VSD). Bij twee of meer af wijkingen wordt geclassificeerd naar het primaire subtype of gediagnosticeerd als ‘multipele afwijkingen’. Enkele opvallende uitkomsten: De proportie zwangerschapsafbrekingen in verband met afwijkingen nam toe tijdens de onderzoeksperiode van 12.4% in 1985 tot 18.3% in 2003. Geboortejaar en proportie zwangerschapsafbrekingen zijn onafhankelijke voorspellers voor de overleving.
Groep | 20-jaar overleving | Voorbeelden subtype | 20-jaar overleving |
Onderzoekspopulatie Algemene populatie |
85,5% 99% |
||
Cardiovasculair | 89,5% | VSD Tricuspidaal stenose |
98,3% 66,7% (5 jaar) |
Chromosomale afwijkingen | 79,1% | Down syndroom | 82,9% |
Urinewegen | 93,2% | Cystic kidney disease | 91,1% |
Tractus digestivus | 83,2% | Oesofagusatresie Hernia diafragmatica |
93,3% 57,1% |
Sluitingsdefecten aangezicht | 97,6% | Schizis lip Schizis palatum |
99,3% 96,3% |
Zenuwstelsel | 66,2% | Spina bifi da: met hydrocepahlus zonder hydrocephalus |
50% 86,7% |
Tractus respiratorius | 64,3% | ||
Dysplasieën skelet | 65,3% |