Aterme stuitligging: standaard geadviseerde keizersnede uiteindelijk niet veiliger voor het kind
In oktober 2000 is de ‘Term breech trial’ verschenen, een gerandomiseerde studie naar de verschillen in uitkomsten tussen behandeling met een electieve keizersnede en een electieve vaginale bevalling bij een atermkind in stuitligging, waarbij een lagere perinatale sterfte en kinderlijke morbiditeit werden aangetoond in de electieve sectiogroep[1]. Een beleid waarmee een primaire sectio werd nagestreefd verminderde statistischsignificant het percentage met een slechte perinatale uitkomst, van 5,0 naar 1,6, met een voor de moeder gelijkblijvende uitkomst met betrekking tot morbiditeit. Dit verschil is vooral ontstaan door een overmaat aan kortdurende neonatale morbiditeit in de geplande vaginale groep. In de hele studie was er 1 geval van maternale sterfte in de primair vaginale groep, gerelateerd aan reeds vóór de bevalling bestaand levernierfalen. Sinds het verschijnen van deze studie is het sectiopercentage in Nederland voor de aterme stuitligging gestegen van 50 tot 80.Dit artikel stond eerder in NTvG 2005, 1 oktober 2005;149 (40):2204-2206.