Deze Amerikaanse retrospectieve cohortstudie onderzoekt het verband tussen vroege intra-uteriene groeirestrictie (IUGR) en perinatale uitkomsten. IUGR is een van de zogenaamde ‘big five’ risicofactoren voor perinatale sterfte.

Over de relatie tussen vroege groeirestrictie en perinatale morbiditeit en mortaliteit is nog relatief weinig bekend. Meer inzicht hierin is relevant voor verder beleid in de zwangerschap, zoals meer intensieve bewaking.

De onderzoekers includeerden tussen 2010 en 2014 12.783 vrouwen die 17 – 22 weken zwanger waren van een eenling zonder aantoonbare congenitale afwijkingen, chromosoomaandoeningen of infectie. Bij (slechts) 355 van deze vrouwen (2,8%) is sprake van IUGR, hier gedefinieerd als een geschat foetaal gewicht kleiner dan P10.

Vrouwen met vroege IUGR zijn significant ouder, roken vaker en zijn vaker van Afro-Amerikaanse afkomst dan vrouwen zonder IUGR. Deze vrouwen hebben een meer dan vijf keer hoger risico op kinderen met laag geboortegewicht (SGA kleiner dan P10; OR: 5.5; 4.3-7.0). Zij bevallen vaak vroeger (AD 37+2 vs. AD 38+3) en ondergaan vaker iatrogene vroeggeboorte voor 37 weken (OR: 2.3; 1.5-3.5) en zelfs voor 28 weken (OR: 10.8; 4.5-23.4).

Ook de risico’s op intra-uteriene sterfte (OR: 6.2; 2.7-12.8), neonatale sterfte (OR: 5.2; 1.6-13.5) en neonatale morbiditeit zoals necrotiserende enterocolitis (NEC, OR: 7.7; 2.3-20.9) zijn ernstig verhoogd. De relatie tussen de ernst van IUGR (<P5, <P2,3) en perinatale uitkomsten is niet onderzocht.

De auteurs concluderen voorzichtig dat er een verband lijkt te zijn tussen vroeg vastgestelde IUGR en perinatale complicaties. Maar door de lage absolute aantallen in deze studie is er onvoldoende power om eventuele significante verschillen aan te tonen bij zeldzaam optredende uitkomsten. Bovendien is vroeg in de zwangerschap het betrouwbaar vaststellen van IUGR pathologie moeilijker.