Kun je het besluit van zwangeren om de 22 wekenprik te halen beïnvloeden? Onderzoekers keken in een interventiestudie naar de mogelijke invloed van twee bevorderingsstrategieën in de besluitvorming.

Zwangeren kunnen rond de 22 weken zwangerschap een vaccinatie krijgen om zichzelf en de pasgeborene te beschermen tegen kinkhoest1 De maternale kinkhoestvaccinatie is sinds december 2019 opgenomen in het Rijksvaccinatieprogramma. Zie: https://rijksvaccinatieprogramma.nl/22wekenprik . Om een beslissing te kunnen nemen over de kinkhoestvaccinatie is het krijgen van relevante informatie belangrijk. Hierbij helpt het om rekening te houden met normen en waarden van de zwangere. Zowel kennis, attitude als emoties ten opzichte van het vaccin, zoals mogelijke spijt en angst, hebben invloed op de besluitvorming.

Invloed van informatie

Feitelijke informatie vanuit de overheid of de zorgverlener heeft met name invloed op de kennis en attitude, informatie vanuit andere bronnen (zoals social media) betreft vaak persoonlijke ervaringen, en dit heeft invloed op emoties. Als de zwangere nog twijfelt zal zij meer informatie zoeken. Zij zoekt dan vaak in de richting van waar de meeste zorgen en vragen liggen. Dit kan een negatieve invloed hebben op de uiteindelijke beslissing omdat aangetoond is dat emoties feitelijke informatie naar de achtergrond kunnen dringen.

Negatief gevoel verminderen

De onderzoekers hebben gekeken naar strategieën om een negatief gevoel over de kinkhoestvaccinatie te verminderen. Hiervoor zijn twee bekende methoden:

  1. cognitieve herwaardering
  2. acceptatie

Bij cognitieve herwaardering leert men een situatie die (negatieve) emoties oproept anders te labelen, waardoor de emotionele impact verandert. Bij acceptatie ligt de focus op het creëren van bewustzijn van iemands emoties, zonder die te willen aanpassen. Dat bewustzijn kan op zichzelf al leiden tot een minder negatief gevoel. De gedachte is dat beide methoden kunnen bijdragen aan meer bewust redeneren.

Drie groepen

De populatie bestond uit vrouwen met een zwangerschapsduur < 20 weken. De werving vond online plaats in 2020. Zwangeren die twijfelden over het kinkhoestvaccin of daar negatief tegenover stonden konden kwamen in aanmerking voor de studie. Bij inclusie werd er gerandomiseerd in drie groepen:

  1. cognitieve herwaarderingsinterventie
  2. acceptatie-interventie
  3. controlegroep (standaard zorg)

Vrouwen die al bijna zeker wisten het vaccin niet te willen konden niet meedoen, omdat uit eerder onderzoek blijkt dat voor deze groep cognitieve herwaardering of acceptatie weinig invloed heeft.

Twee bevorderingsstrategieën

De onderzoekers keken naar de mogelijke invloed van twee bevorderingsstrategieën in de besluitvorming. De cognitieve herwaarderingsgroep kreeg instructies om te beschrijven hoe zij de beslissing over kinkhoestvaccinatie ervaren door te proberen zich te concentreren op positieve aspecten van de beslissing zelf, bijvoorbeeld de mogelijkheid om de keuze te maken. De acceptatiegroep werd gevraagd om te beschrijven hoe ze de beslissing over kinkhoestvaccinatie ervaren door zich te concentreren op hun emoties en te proberen erachter te komen welke emoties werden getriggerd en waarom.

Grotere acceptatie

De vrouwen kregen na randomisatie een vragenlijst en na een week een tweede.
In alle groepen (dus ook de controlegroep) bleek een grotere acceptatie bij het tweede meetmoment dan bij het eerste meetmoment. Er was geen verschil in invloed tussen de twee bevorderingsstrategieën. Opvallend was dat juist de vrouwen die een negatievere houding jegens kinkhoestvaccinatie hadden bij inclusie, vaker de tweede vragenlijst niet invulden. De groep die de tweede vragenlijst niet invulde had een lager opleidingsniveau.

Thema’s bij de 22 wekenprik

Uit de analyse van de open vragen uit de vragenlijsten kwamen in de cognitieve herwaarderingsgroep drie thema’s naar voren:

  • de bescherming/veiligheid die vaccinatie biedt
  • vaccinatie is een keuze en kosteloos
  • de baby kan één vaccinatie overslaan

Bij de acceptatiegroep waren de thema’s lastiger te identificeren, maar werden ze als volgt gecategoriseerd:

  • negatieve gevoelens ten opzichte van vaccinatie, zoals gevoelens van angst, onbehagen, onzekerheid of verwachte spijt
  • onvervulde informatiebehoeften
  • zorgen over mogelijke schade
  • zorgen over vaccinatie vanwege de COVID-pandemie

Opvallend was dat sommige vrouwen in de controlegroep spontaan cognitieve herwaardering of acceptatie toepasten op hun besluitvorming. En ook in de interventiegroepen werd diversiteit gezien.

In gesprek over de emoties

De studie laat zien dat negatieve emoties een negatieve invloed hebben op besluitvorming over de 22 wekenprik. Er werd geen positieve invloed gezien van online instructies over de manier van besluitvorming, voor zowel cognitieve herwaardering als acceptatie2 Verder onderzoek is nodig om deze strategieën te toetsen bij vrouwen uit groepen die lastig bereikbaar zijn (lagere sociale klasse of niet-Nederlandssprekend). . Mogelijk zijn de strategieën effectiever in een persoonlijk gesprek dan online. De onderzoekers adviseren zorgverleners om niet alleen informatie te geven over de kinkhoestvaccinatie, maar ook het gesprek aan te gaan over de emoties omtrent de besluitvorming.