Het aantal vrouwen dat na de bevalling meer dan een liter bloed verliest, is tussen 2000 en 2014 gestegen. Ook het gebruik van interventies zoals inleiding, bijstimulatie, pijnbestrijding en keizersnede is toegenomen. Toch lijkt er weinig verband te zijn.

Een fluxus post partum (meer dan een liter bloed verliezen na de bevalling) is een complicatie die milde klachten kan geven, maar ook ernstig en levensbedreigend kan zijn. De stijging in het aantal vrouwen met een fluxus post partum is dan ook zorgelijk. De onderzoekers wilden erachter komen of de toename van het aantal inleidingen, bijstimulatie, pijnbestrijding en keizersnedes hierbij een rol zou kunnen spelen. Daarnaast onderzochten ze of een toename in interventies geassocieerd was met manuele placentaverwijdering.

Geen verband tussen toename fluxus post partum en stijging interventies

De onderzoekers analyseerden Perined-data van meer dan 2,3 miljoen vrouwen van 2000 tot en met 2014. Zij zagen een stijging van 4,3% tot 6,6% in fluxus post partum bij bevallingen onder verantwoordelijkheid van gynaecologen in het ziekenhuis, en van 2,5% tot 4,8% bij bevallingen onder verantwoordelijkheid van eerstelijns verloskundigen. Manuele placentaverwijdering steeg van 2,4% naar 3,4% (gynaecologen) en van 1,0% naar 1,4% (eerstelijns verloskundigen).

Daarnaast vonden ze een stijging in inleiding, bijstimulatie, pijnbestrijding en keizersnedes, en een daling in episiotomieën. De onderzoekers zagen een significant verband tussen ieder van deze interventies en het optreden van een fluxus post partum en van manuele placenta verwijdering. Maar de toename van de percentages van fluxus post partum tussen 2000 en 2014 kon in de statistische modellen niet verklaard worden door de gevonden stijging in interventies.

Bloedverlies anders gemeten?

Een van de verklaringen voor de stijging in fluxus post partum zou kunnen zijn dat er een verandering is geweest in hoe bloedverlies wordt gemeten. Het advies is om bloedverlies te wegen in plaats van te schatten, maar er wordt niet geregistreerd of de manier van meten ook daadwerkelijk veranderd is en of dit dus invloed heeft op de stijging in fluxus post partum. Ook een stijging in het percentage vrouwen met een hoge BMI zou bij kunnen dragen aan de toename van fluxus, maar deze variabele werd niet geregistreerd in Perined en kon dus niet worden onderzocht.

Manuele placentaverwijdering

De onderzoekers vonden een klein verband tussen de stijging in de eerder genoemde interventies en de stijging in manuele placentaverwijdering. Omdat een manuele placentaverwijdering uitgevoerd kan worden ter voorkoming van fluxus, maar ook ter behandeling van fluxus, is het onduidelijk of de stijging in manuele placentaverwijdering heeft bijgedragen aan de stijging in fluxus post partum of dat het omgekeerde het geval is. Allebei zou ook nog mogelijk kunnen zijn.

Meer onderzoek nodig

De afgelopen 20 jaar is er meer aandacht gekomen voor het sneller geboren laten worden van de placenta. Volgens de huidige richtlijn is ingrijpen nodig als de placenta 30 minuten nadat het kind ter wereld is gekomen nog vastzit. Dit is een stuk sneller dan de 60 minuten die voorheen werd geadviseerd. Er is echter onvoldoende onderzoek verricht naar de beste timing voor een manuele placentaverwijdering. Het sneller ingrijpen lijkt er niet toe geleid te hebben dat het optreden van een fluxus post partum is gedaald. Echter, meer onderzoek is nodig om de optimale timing vast te stellen.

Uit de literatuur en uit Perined-data is daarnaast niet vast te stellen of er een verandering heeft plaatsgevonden in het gebruik van preventieve oxytocine post partum. Ook daar is meer onderzoek naar nodig.