Als zorgverlener kan het nuttig zijn om op de hoogte te zijn als een  zwangere ooit seksueel geweld heeft meegemaakt. Dit onderzoek laat zien waarom niet iedere vrouw dit vertelt in de spreekkamer.

Ongeveer een op de drie vrouwen in Nederland maakt in haar leven seksueel geweld mee. Sommigen hebben hierdoor tijdens de zwangerschap, bevalling en kraamtijd last van angsten, herbelevingen of moeite met medische zorg. Als zorgverleners bekend zijn met een voorgeschiedenis met seksueel geweld, kunnen ze betere ondersteuning bieden.

Ernaar vragen wordt aanbevolen

In de Nederlandse richtlijnen van zowel gynaecologen als verloskundigen wordt aanbevolen iedere zwangere te vragen naar een voorgeschiedenis met seksueel geweld, of een andere negatieve seksuele ervaring, tijdens het eerste intakegesprek als deel van de algemene anamnese. In deze richtlijnen wordt niet gespecificeerd hoe en onder welke voorwaarden deze vraag gesteld moet worden.

De helft van de vrouwen deelt haar ervaring

In een online vragenlijst onderzoek naar de bevallingservaring onder ruim 12.000 vrouwen gaven ruim 1.100 respondenten aan dat zij in het verleden seksueel geweld hebben meegemaakt. Hiervan gaf de helft aan dat ze het tijdens de zwangerschap hebben verteld aan hun zorgverlener (51,9%). Hierbij was te zien dat vrouwen die de zorg startten bij een eerstelijns verloskundige hun ervaring vaker deelden dan vrouwen die hun verloskundige zorg startten in het ziekenhuis. Ook blijkt dat vrouwen met een Surinaamse of Antilliaanse achtergrond hun ervaring minder vaak deelden dan vrouwen met een Nederlandse achtergrond.

Lees ook: Negatieve ervaringen bij de bevalling

Redenen voor het niet vertellen

Vrouwen die het niet vertelden hadden drie hoofdredenen:

  1. Ze vonden het niet belangrijk voor de beleving van hun zwangerschap of bevalling. Zij hadden bijvoorbeeld de ervaring achter zich gelaten of vonden deze niet relevant in de context van hun zwangerschap.
  2. De ervaring was te pijnlijk was om over te praten. Dit kan betekenen dat de ervaring onverwerkt was of dat de vrouw bang was voor de reactie van de zorgverlener. Soms had de vrouw het nog nooit met iemand gedeeld.
  3. De zorgcontext was niet optimaal om het te vertellen. Het werd bijvoorbeeld niet gevraagd, er was iemand bij die er niet vanaf wist, of juist de pleger van het seksueel geweld was erbij. Ook de band met de zorgverlener speelde hier een rol.

Veilige omgeving creëren

De resultaten laten zien dat niet iedere vrouw die seksueel geweld heeft meegemaakt dat ook vertelt aan haar zorgverlener, of het nodig vindt om het te vertellen. Het doel van screening zou daarom ook niet moeten zijn dat elke vrouw het vertelt, maar dat zorgverleners een veilige en uitnodigende omgeving creëren waarin vrouwen het kúnnen vertellen als zij dat zelf willen of nodig achten.