Mentale representaties van ouders (gedachten en verwachtingen) van hun kind en de relatie met hun kind vóór de geboorte beïnvloeden ouderschap en ouder-kindrelaties na de geboorte. Deze kwalitatieve studie exploreerde hoe prenatale zorgverleners bijdragen aan de mentale representaties van ouders van het kind dat zij verwachten.

De onderzoeker observeerde in meerdere obstetrische klinieken in de VS hoe zeven echoscopisten prenatale 20 weken echo’s uitvoerden bij 22 vrouwen en 20 partners die hun eerste kind verwachtten. Zij maakte aantekeningen met behulp van een observatielijst en interviewde de vrouwen en partners na de echo’s. Zij richtte zich op interacties tussen ouders en zorgverleners die relevant zijn voor relationele aspecten van de echo. Bijvoorbeeld opmerkingen over de “persoonlijkheid” van de foetus en speculaties over hoe de baby al dan niet zal lijken op de ouders.

De zorgverleners variëren sterk in hun interactieve stijl en in het erkennen van het relationele aspect van prenatale echografie. Door hun informele interacties tijdens echo’s remmen, versterken en vormen zij de gedachten en verwachtingen van ouders over hun kind. Gebruik van niet-inclusieve taal, grove bejegening en het niet betrekken van de vaders remmen ouders in het zelf vormen van representaties. Erkenning van de relatie tussen ongeboren kind en ouders, uitlokken van relationele opmerkingen, vragen en reflecties van ouders versterken het zelf vormen van representaties. Uitspraken over gedrag en persoonlijkheid van het ongeboren kind en over de verantwoordelijkheid van de ouders vormen representaties van ouders.

De onderzoeker concludeert dat de manier waarop zorgverleners vertellen wat ze zien op de echobeelden en hoe ze deze echo’s interpreteren implicaties heeft voor de gedachten en verwachtingen van ouders over hun kind. Zorgverleners dienen ouders te ondersteunen bij het ontwikkelen van hun eigen mentale representaties en gevoelens van verbondenheid met hun kind.