From pregnancy to parenthood
Fathers’ and mothers’ representations of their unborn infants
Gevoelens van de vader en moeder voor hun ongeboren kind hebben grote gevolgen voor de ontwikkeling van het kind tot volwassene.
Vreeswijk maakt onderscheid tussen ouders met evenwichtige en onevenwichtige representaties. De eerste hechten veel waarde aan de relatie met het kind en hebben oog voor de emoties en belevingen van het kind. Bij onevenwichtige representaties maakt de promovenda nog onderscheid tussen ouders met een afstandelijk of een verward karakter. Afstandelijke representaties worden gekenmerkt door een koele, onverschillige houding of een sterke emotionele afstand tot het kind. Verwarde representaties worden gekenmerkt door incoherente, tegenstrijdige soms zelfs bizarre beschrijvingen van het kind.
In het algemeen zijn vaders nogal onverschillig tijdens en na de zwangerschap, terwijl moeders veel meer emotioneel betrokken zijn. Vaders met weinig prenatale hechtinggevoelens hebben vaker koele representaties. Zijn er psychosociale risicofactoren in het gezin aanwezig, dan leidt dat bij moeders vaker tot verwarde en afstandelijke representaties van hun ongeboren kind.
Vaders met sterke hechtinggevoelens tijdens de zwangerschap blijken later evenwichtige representaties te hebben. Ze zijn ook jonger en minder angstig/depressief. Het karakter van de vader speelt eveneens mee. Vriendelijke en minder wantrouwende vaders met onevenwichtige representaties blijken door hun karakter toch in staat om hun eerdere negatieve gevoelens om te buigen.
Datum publicatie
28/03/2014Promotor(s)
Promotor: Prof. dr. H. J. A. van BakelCopromotor: Dr. C. H. A. M. Rijk