Het doel van dit proefschrift was om meer kennis te vergaren over de transgenerationele aspecten van veel voorkomende psychiatrische stoornissen. In hoofdstuk 1 werden de achtergronden en de belangrijkste doelen van het onderzoek geschetst. Tot nog toe heeft de onderzoekstraditie zich vooral gericht op de invloed van psychiatrische problemen van de moeder op de vroege ontwikkeling van het kind. Hoewel er groeiend bewijs is voor het belang van de invloed van psychopathologie van de vader op de ontwikkeling van het kind na de geboorte, is er weinig bekend over deze invloed tijdens de zwangerschap. Er zijn twee belangrijke redenen om de psychopathologie van de vader al tijdens de zwangerschap te onderzoeken. Ten eerste dragen vaders voor 50% bij aan de genen van hun kind en zijn angst en depressie in sterke mate erfelijk. Ten tweede kan psychopathologie van de vader een belangrijke verstorende variabele (confounder) zijn in de associatie tussen psychopathologie van de moeder en de ontwikkeling van het kind. Om het effect van het kind op de psychopathologie van de ouders uit te sluiten is het nodig om prospectief onderzoek te verrichten waarin psychopathologie van de ouders wordt onderzocht voordat het kind geboren is. Dit geeft ook meer inzicht in de richting en de sterkte van de invloed van psychopathologie van zowel de moeder als de vader op de ontwikkeling van het kind. Deze studie was onderdeel van de Generation R Studie, een prospectief multi-etnisch onderzoek naar groei, ontwikkeling en gezondheid van kinderen gevolgd vanaf de vroege zwangerschap.

De belangrijkste doelen van dit proefschrift waren: 1) het vaststellen van de prevalentie en de correlatie van veel voorkomende psychiatrische stoornissen bij moeders en vaders tijdens de zwangerschap; 2) het onderzoeken van de verschillende paden die leiden van het ouderlijke geboortegewicht via ouderlijke psychopathologie (d.w.z. angst en depressie) naar het geboortegewicht van het kind; en 3) het onderzoeken van de invloed van zowel maternale als paternale psychopathologie tijdens de zwangerschap op de ontwikkeling van het jonge kind.

In hoofdstuk 2 werden de prevalenties en correlatie van maternale en paternale psychopathologie bij 20 weken zwangerschap vastgesteld met behulp van de ‘Brief Symptom Inventory’ (BSI). Dit is een instrument dat negen symptoom schalen bevat: Somatisatie, Obsessief-Compulsiviteit, Interpersoonlijke Sensitiviteit, Depressie, Angst, Vijandigheid, Fobische Angst, Paranoïde Ideaties en Psychoticiteit. Moeders hadden veel hogere psychopathologie scores dan vaders. De correlatie tussen maternale en paternale psychopathologie was middelmatig. Etniciteit verklaarde de meeste variantie van de onderzochte factoren binnen alle schalen van de BSI. Deelnemers met een andere etnische achtergrond dan de Nederlandse hadden hogere psychopathologie scores, zelfs na correctie voor leeftijd en opleidingsniveau. 

In hoofdstuk 3 werden de verschillende paden van ouderlijk geboortegewicht en ouderlijke psychopathologie (d.w.z. angst en depressie) tijdens de zwangerschap die leiden naar het geboortegewicht van het kind onderzocht. In de ongecorrigeerde analyses bestonden directe eff ecten tussen: 1) ouderlijk geboortegewicht en geboortegewicht van het kind; 2) geboortegewicht van de moeder en maternale depressie en angst; en 3) maternale depressie en angst en geboortegewicht van het kind. Het indirecte eff ect van paternale psychopathologie via maternale psychopathologie was groter dan het indirecte eff ect van het geboortegewicht van de moeder via maternale psychopathologie op het geboortegewicht van het kind. Na correctie voor confounders bleven geboortegewicht van de ouders en maternale depressie – en niet angst – signifi cant gerelateerd aan geboortegewicht van het kind. Dit suggereert dat er verschillende onderliggende mechanismen zijn in de relatie tussen maternale depressie en angst tijdens de zwangerschap en geboortegewicht van het kind.

In hoofdstuk 4 werden op een empirische manier vier verschillende profi elen van 11 veel voorkomende psychiatrische symptomen in het kraambed geïdentifi ceerd. Een kleine kans op het optreden van elk symptoom karakteriseerde de ‘normatieve’ groep. Een grote kans op cognitieve symptomen en een langere duur van deze symptomen karakteriseerde de groep ‘cognitieve problemen’. Een matig verhoogde kans op aff ectieve symptomen met een kortere duur van alle symptomen karakteriseerde de groep ‘lichte aff ectieve problemen’. Hoge kansen en een langere duur karakteriseerden de groep ‘ernstige problemen’. De gecorrigeerde risico’s voor het voldoen aan de criteria om twee maanden na de bevalling een depressie te krijgen waren signifi cant verhoogd voor de groepen ‘lichte aff ectieve problemen’ en ‘ernstige problemen’. De verschillende kenmerken van de symptoomprofi elen, waaronder socio-economische status en zwangerschaps- en gezondheidsgerelateerde factoren, werden besproken.

In hoofdstuk 5 werd het verband tussen paternale en maternale depressie tijdens de zwangerschap en twee defi nities van excessief huilen in baby’s onderzocht. Deze twee defi nities waren: 1) perceptie van excessief huilen en 2) de veelgebruikte criteria van Wessel voor excessief huilen (meer dan drie uur huilen per dag op meer dan drie dagen in de afgelopen week). De twee defi nities leverden gedeeltelijk andere groepen op die verschillend gerelateerd waren aan ouderlijke depressie. Maternale depressie tijdens de zwangerschap was gerelateerd aan de perceptie van excessief huilen en paternale depressie tijdens de zwangerschap was gerelateerd aan Wessels criteria voor excessief huilen. Deze studie liet zien dat paternale depressie, naast maternale depressie, al tijdens de zwangerschap een risicofactor kan zijn voor excessief huilen van baby’s.

In hoofdstuk 6 werd de invloed van paternale depressie tijdens de zwangerschap op zes baby-gedragsschalen (niveau van activiteit, van streek raken bij beperkingen, angst, aandachtsspanne, herstel na van streek raken en verdriet) in 6 maanden oude baby’s onderzocht. Na correctie voor maternale depressie tijdens de zwangerschap en andere ouderlijke confounders, bleek paternale depressie tijdens de zwangerschap gerelateerd aan angst bij jongetjes. Paternale depressie was niet gerelateerd aan gedrag van meisjes. Het verband tussen paternale depressie tijdens de zwangerschap en angst in jongetjes levert bewijs voor een vader-op-kind richting tussen paternale depressie en gedrag in baby’s.

In hoofdstuk 7 werd de invloed van maternale depressie tijdens de zwangerschap op zes baby-gedragsschalen in 6 maanden oude baby’s onderzocht en gecorrigeerd voor paternale depressie tijdens de zwangerschap, maternale depressie na de bevalling en enkele andere confounders. We vonden een eff ect van maternale depressie tijdens de zwangerschap op ‘herstel na van streek raken’ en ‘verdriet’ in meisjes, en op ‘van streek raken bij beperkingen’ in jongetjes. Deze bevindingen suggereren een geslachtsspecifieek effect van maternale depressie tijdens de zwangerschap en gedrag in baby’s.

In hoofdstuk 8 werden de belangrijkste bevindingen en conclusies van dit proefschrift samengevat en besproken. Het huidige onderzoek toonde aan dat, hoewel moeders veel hogere psychopathologie scores hadden, er een significante correlatie was met paternale psychopathologie. Bovendien hadden ouders met een andere etnische achtergrond dan Nederlands hogere psychopathologie scores. Ouderlijke psychopathologie tijdens de zwangerschap was gerelateerd aan verschillende ontwikkelingsaspecten van baby’s op verschillende leeftijden. Hoewel de invloed van maternale psychopathologie op het gedrag van het jonge kind meer uitgesproken was, was ook paternale psychopathologie op een onafhankelijke manier gerelateerd aan het gedrag van het jonge kind. Vooral jongetjes leken kwetsbaar voor psychopathologie van zowel de moeder als van de vader tijdens de zwangerschap. Onze bevindingen onderstrepen het belang van paternale, naast maternale, psychopathologie tijdens de zwangerschap op de ontwikkeling van het jonge kind omdat zij, weliswaar op verschillende wijze, beide geassocieerd zijn met het gedrag van jonge kinderen.