En jij, hoe is het met jou?’ vroeg men mij destijds in de pauze van een congres. ‘Nog steeds aan het achterhoofdjes vangen in Den Bosch?’ Vol trots kon ik deze vraag altijd bevestigend beantwoorden, maar ik realiseerde me dat ik tot de laatste der Mohikanen behoorde. Tijdens ontbijten hoorde ik over klinisch verloskundigen rond de klok en handige opleidingsassistenten. Het gras bij de buren is altijd groener, tenslotte. In de tussentijd zwoegde ik door in het Carolus Ziekenhuis, voor ieder toucher het bed uit, drie etmalen aaneen. En maar beweren hoe fijn het is, dat kleine ziekenhuis met zijn korte overleglijnen en zijn goede continuïteit.