“Bij de selectie van gynaecologen in opleiding dient bij gelijke geschiktheid de voorkeur uit te gaan naar een man”. Deze stelling was onderdeel van de stellingen behorende bij het proefschrift van een van de auteurs van dit artikel (WH). De stelling was niet op de inhoud van het proefschrift gebaseerd, maar op de constatering dat de sekseverhoudingen binnen onze beroepsgroep aan het veranderen zijn, ten voordele van het vrouwelijke aandeel. De stelling impliceert dat dit een onwenselijke situatie is, maar is dit ook rationeel te onderbouwen? Is het onwenselijk een beroepsgroep te hebben waarbij de professionals voor 100% uit vrouwen (of mannen) bestaat? Wat zijn de voordelen van een evenwichtige verdeling tussen de seksen? Daarnaast speelt de vraag of er maatregelen getroffen dienen te worden om de populariteit van het specialisme bij mannen te vergroten, aangezien een snel veranderende verhouding ten gunste van vrouwen mannen af zou kunnen doen zien om voor dit specialisme te kiezen. Ten slotte, wat vindt de patiënt? Dit artikel zal een antwoord trachten te formuleren op deze vragen.

Onderzoek naar het effect van geslacht op een beroepsgroep is lastig en leidt tot bias. Een randomized controlled trial is op dit vlak echter onmogelijk en observationele of sociale studies leveren slechts indirect bewijs dat een evenwichtige verdeling der seksen tot een betere en gezondere beroepsgroep zou leiden. ‘Wandelgang-evidence’ levert echter op dat zowel mannen als vrouwen die op dit moment in de beroepsgroep werken, het een nadeel vinden als er alleen maar vrouwen als gynaecoloog werkzaam zouden zijn. In dat licht zou dit artikel misschien gezien moeten worden als een sympathieke oproep aan opleiders om aandacht te hebben voor de scheve verdeling en de wenselijkheid van een terugtrekkende beweging in deze. Om de trend te doen keren richting evenwicht zou het adagium niet ‘bij gelijke
geschiktheid kies een man’ moeten zijn, maar: ‘denk driemaal na voor je een man laat gaan die solliciteert naar aios gynaecologie’. Tegelijkertijd is het een plicht van alle werkzame gynaecologen en aios bekwame mannelijke coassistenten te blijven enthousiasmeren voor het vak en dient het initiatief hiertoe uit de eigen groep te komen.