In de discussie rond de perinatale sterfte ligt de focus op de samenwerking tussen eerstelijns verloskundigen en de zorgverleners in de tweede lijn. Niet onbelangrijk is echter ook de samenwerking in de verloskundige spoedzorg. Juist in acute situaties moeten de professionals elkaar weten te vinden en elkaar blindelings kunnen vertrouwen. in opdracht van de KNOV en ambulance Zorg Nederland onderzocht het NiVeL hoe de organisatie van spoedzorg in de verloskundige keten verloopt. Wat zijn knelpunten en waar kunnen we de spoedzorg verbeteren?

Aanleiding en achtergrond van het onderzoek.

Door recente discussies over perinatale sterfte en de veiligheid van het Nederlandse systeem van verloskundige zorg is ook de spoedzorg in de verloskundige keten meer in de belangstelling komen te staan. In het advies van de stuurgroep zwangerschap en geboorte: ‘Een goed begin. Veilige zorg rond zwangerschap en geboorte’ wordt bijvoorbeeld aangedrongen op ‘een betere organisatie, meer samenwerking, meer afspraken, meer regie en helderheid over verantwoordelijkheden van professionals op lokaal niveau’ [Stuurgroep zwangerschap en geboorte, 2009]. Een probleem is echter dat er geen duidelijk inzicht is in de manier waarop de samenwerking binnen de verloskundige keten in spoedsituaties verloopt. De KNOV heeft daarom, samen met Ambulance Zorg Nederland (AZN) het initiatief genomen om onderzoek te doen naar de organisatie van spoedzorg in de verloskundige keten. Dit initiatief sloot ook goed aan bij het vijfjaren plan Patiëntveiligheid (2008-2012) van de KNOV: ‘Verloskundige zorg, veilige zorg!’ [Offerhaus, 2008]. Het hier gepresenteerde onderzoek is gesubsidieerd door ZonMw en uitgevoerd door het NIVEL [Borst, 2010].