Uit onderzoek is gebleken dat substitutie van zorgverlener, bijvoorbeeld een praktijk assistent die taken van een huisarts overneemt, leidt tot betere patiënt tevredenheid mits de kwaliteit van zorg er niet onder lijdt. Bij substitutie is het van belang dat betrokken zorgverleners er positief tegenover staan. Het doel van deze Nederlandse studie was om de ervaringen van verloskundigen met het gebruik van CTG in de eerstelijns prenatale zorg (CTG eerstelijn) en hun visie op CTG eerstelijn te beschrijven.

Er werden semi-gestructureerde interviews gehouden met als topics competentie, werktevredenheid en samenwerking met tweedelijns zorgverleners. De 17 deelnemende verloskundigen waren geworven binnen een project waarbij verloskundigen in drie regio’s in Nederland prenatale CTG’s (thuis) uitvoerden.

In dit project werden verloskundigen (N=170) geschoold, werd een prenataal CTG altijd door minimaal twee eerstelijns verloskundigen beoordeeld en volgde bij een suboptimaal CTG onmiddellijke verwijzing naar de tweedelijn.

Over het algemeen waren de respondenten tevreden over CTG eerstelijn. Zij vonden dit een waardevolle toevoeging op de standaard zorg, hadden de indruk dat de cliënten tevreden waren en ervaarden een positieve invloed op de band met de cliënt. Aan de andere kant meldden zij een toename van de werkdruk, ook door technische problemen bij de CTG registratie thuis.

Het merendeel vond de mogelijkheid bijdragen aan de fysiologische benadering in de eerstlijn en aan de poortwachter rol, er waren minder verwijzingen naar de tweedelijn. Maar sommigen ervaarden de mogelijkheid juist als medicaliserend, doordat zij geneigd waren meer te gaan vertrouwen op de technologie, in plaats van observatie en gesprek.

De auteurs bevelen aan de mogelijkheden van CTG eerstelijn te vergroten door verbetering van de technische apparatuur enerzijds. Anderzijds verder onderzoek uit te voeren naar bijvoorbeeld tevredenheid van cliënten en naar de effecten van deze zorg op de gezondheidsuitkomsten en de kosten van de zorg.