Meerdere internationale richtlijnen (WHO, NICE) zijn ontworpen om een fysiologische benadering van bevallen te bevorderen en het routinematig toepassen van klinische interventies terug te dringen. In deze systematische review wordt onderzocht (1) welke factoren, op het niveau van organisatie, professionals (gynaecologen en verloskundigen) en vrouwen zelf, bevorderend dan wel belemmerend zijn voor een fysiologische benadering van bevallen; (2) hoe deze factoren interacteren.

De onderzoekers identificeerden 32 relevante artikelen. Zij verrichtten een thematische synthese in drie fasen: codering van resultaten uit primaire studies, ontwikkeling van beschrijvende en van analytische thema’s (volgens de PRISMA-richtlijnen).

Op organisatieniveau is reorganisatie van diensten bevorderend om autonomie van verloskundigen te versterken. Op het niveau van professionals draagt uitgebreide samenwerking (bijvoorbeeld veilig bespreken van complicaties) bij aan de fysiologische benadering door vertrouwen en respect te vergroten. Het kritisch bevragen door vrouwen zelf van ongepast gebruik van klinische interventies heeft eveneens positief effect.

Belemmerende factoren op organisatieniveau zijn een klinisch bestuur (vaak uitgaand van risicomanagement), centralisatie (waardoor minder tijd beschikbaar is voor vrouwen) en prioritering van apparatuur ten behoeve van risicoreductie (bijvoorbeeld CTGs) boven materiaal dat fysiologie bevordert.

Op het niveau van professionals belemmeren cognitieve dissonantie (overgave aan institutionele protocollen), berusting, preoccupatie met risico’s en rationalisatie van routinematig toepassen van interventies. Erosie van kennis en vaardigheden en het spanningsveld tussen autonomie en aansprakelijkheid (zoals die speelt tussen verloskundigen en gynaecologen) remmen een fysiologische aanpak.

Bij vrouwen zelf zijn belemmerende factoren perceptie van bevallen als een risicovolle gebeurtenis, gebrek aan kennis en vertrouwen in het beleid van de professional.

De twee overstijgende thema’s zijn: bevallen als inherent riskant proces en bevallen als inherent fysiologisch proces.

De auteurs concluderen dat preoccupatie met risico en rationalisatie een negatieve invloed hebben op kennis en vaardigheden op het gebied van de fysiologische bevalling, wat zou moeten leiden tot reflectie en actie bij de professionals. Zij beschrijven dat machtsongelijkheid tussen verloskundigen en gynaecologen aangepakt kan worden naar voorbeelden van afdelingen waar uitgebreide samenwerking en autonomie van verloskundigen worden gefaciliteerd.