Diagnostiek van vroeggeboorte is moeilijk en leidt tot (kostbare en potentieel schadelijke) overbehandeling. Verbeterde diagnostiek kan leiden tot optimalisering van beleidsbeslissingen.
Uit eerdere studies blijkt dat 80% van de vrouwen die zich presenteert met klinische symptomen van vroeggeboorte, niet binnen een week bevalt. De diagnostische test foetaal fibronectine (fFN) heeft een gemiddelde voorspellende waarde met een sensitiviteit van 76,7% en een specificiteit van 82,7% voor bevalling binnen 7-10 dagen.

In deze studie wordt gezocht naar betere voorspelling van vroeggeboorte met een prognostisch model op basis van foetaal fibronectine (fFN) en klinische risicofactoren tezamen. Dat model wordt getoetst op voorspellende waarde voor vroeggeboorte <7 dagen na klinische presentatie en kosteneffectiviteit.

Voor de ontwikkeling van het prognostisch model wordt een meta-analyse verricht op individuele patiëntendata van vijf studies met 1783 vrouwen die zich met klinische symptomen van vroeggeboorte presenteerden (AD 22+0 tot 34+6 weken). Hiervan maakt 139 een vroeggeboorte < dagen door (7,8%). Uit de analyse blijkt dat naast fFN ook de risicofactoren roken, etnische afkomst, nullipariteit en meerlingzwangerschap significante voorspellers zijn. Deze worden opgenomen in het model.

Validatie van het model vindt plaats in een prospectieve cohortstudie in 26 Britse ziekenhuizen, onder 2836 vrouwen, van wie 83 een vroeggeboorte <7 dagen doormaakten (2,9%). Het model toont goede voorspellende waarde (AUC 0.89: 0.84 – 0.93). De kosteneffectiviteit wordt berekend voor het ontwikkelde model en vergeleken behandeling zoals die met fFN alleen zou plaatsvinden. Het prognostisch model blijkt kosteneffectief vanaf een afkapwaarde voor opname en behandeling van ≥2% kans op vroeggeboorte in de komende 7 dagen.

Hoewel er maar een klein aantal vroeggeboorten in de validatiegroep optrad, presteert het prognostisch model op basis van fFN en risicofactoren goed als voorspeller van de kans op vroeggeboorte binnen 7 dagen bij vrouwen met symptomen. Het blijkt een kosteneffectieve methode, die bijdraagt aan klinisch beleidsbeslissingen bij vrouwen die zich presenteren met dreigende vroeggeboorte.

Een kritische kanttekening is dat cervixlengte niet meeweegt in het prognostisch model, daar deze in het Verenigd Koninkrijk niet standaard wordt gemeten bij vrouwen met dreigende vroeggeboorte.